Dixell
Dixell
Dixell
Dixell
Thermostat probe calibration: (-12.0÷ ÷ ÷ ÷ 12.0°C/ -20÷ ÷ ÷ ÷ 20°F) calibrage van de ruimtesonde.
Ot
OE Evaporator probe calibration: (-12.0÷ ÷ ÷ ÷ 12.0°C/ -20÷ ÷ ÷ ÷ 20°F) cailibrage van de verdampersonde.
Auxiliary probe calibration: (-12.0÷ ÷ ÷ ÷ 12.0°C/ -20÷ ÷ ÷ ÷ 20°F) cailibrage van de bijkomende sonde.
O3
P2P Evaporator probe presence:
n = geen verdampersonde aanwezig (ontdooiing stopt op tijd) y =
verdampersonde aanwezig (ontdooiing stopt op temperatuur).
P3P Auxiliary probe presence : n= geen bijkomende sonde aanwezig; y = bijkomende sonde is aanwezig.
Pbr Regulation Probe selection: keuze van de sonde waarop de regeling zal gebeuren:
P1 = ruimtesonde; P2 = verdampersonde; P3 = bijkomende sonde; 1r2 = P1 – P2 (verschil tussen ruimte
en verdampersonde
HES Temperature increase during the Energy Saving cycle : (-30.0°C ÷ 30,0°C / -22÷86°F) Bepaling van
de stijging van het setpunt gedurende de "Energy Saving" cyclus. Als bvb SET = -20°C en HES = 2, dan
zal gedurende de "Energy Saving" cyclus, het setpunt gelijk zijn aan -18°C.
DIGITAL INPUTS
odc Compressor and fan status when open door: no = normaal verder werken; FAN = Ventilatoren uit;
CPr = Compressor uit; F_C = Compressor en ventilatoren uit .
I1P Door switch input polarity: polariteit van de ingang voor deurcontact :
CL : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te sluiten
OP : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te openen.
I2P Configurable digital input polarity: polariteit van de configureerbare ingang :
CL : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te sluiten
OP : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te openen.
I2F Digital input operating mode: configuratie van de configureerbare digitale ingang:
EAL = generic alarm;
bAL = serious alarm mode;
PAL = Pressostaat;
dFr = Start defrost (ontdooiing starten);
AUS = Relay AUX actuation (hulprelais aktiveren);
Es = Energy Saving;
onF = remote On/OFF (aan/uit functie)
did Time interval/delay for digital input alarm:(0
van de pressostaat te berekenen als I2F = PAL. Indien I2F=EAL of bAL (externe alarms), "did" is dan de
vertraging tussen het detecteren en weergeven van het alarm.
OTHER
oA3 Auxiliary relay configuration (enkel XR170C): configuratie hulprelais
ALr = Vierde relais gebruikt als alarmrelais
AuS = Vierde relais gebruikt als hulprelais
Adr RS485 serial address (1÷247): Adres voor herkenning van het toestel door een ModBUS
compatibel systeem.
PbC Probe type selection: (NTC of PTC) Instelling van het type sonde die gebruikt wordt..
OnF Stand-by function:
0 = Stand-by functie niet aktief.
1 = Stand-by functie aktief (zie ook functies van de SET toets).
Rel Release software: (enkel lezen) Versie software van de microprocessor.
Ptb Parameter table: (enkel lezen) Toont de originele code van de dIXEL parameterlijst.
Prd Probes display: (enkel lezen) Toont de waarde van de verdamper (Pb2) en bijkomende sonde Pb3.
Pr2 Access to the protected parameter list (enkel lezen) Toegang tot het tweede parameterniveau.
6.
DIGITALE INGANGEN
Deze regelaar heeft 2 digitale (spanningsloze) ingangen. Eén ervan is altijd geconfigureerd als deurcontact.
Voor de tweede digitale ingang zijn er 7 verschillende configuraties mogelijk (zie "I2F" parameter).
6.1 DEURINGANG
Via deze ingang wordt de toestand van de deur doorgegeven naar de regelaar. Door de "odc" parameter kan
ingegeven worden hoe de relais dienen te reageren:
no = normaal verder werken
Fan = Ventilatoren uit
CPr = Compressor uit
F_C = Compressor en ventilatoren uit.
Na een vertraging (ingesteld via "dOA") zal de alarmuitgang geactiveerd worden, en de boodschap "dA" op het
scherm komen als de deur open staat. Het alarm stopt zodra de digitale ingang niet meer geactiveerd is. De
alarmen hoge en lage temperatuur zijn uitgeschakeld zolang de deur open is (en ook gedurende de vertraging
"dot" na het sluiten van de deur).
6.2 CONFIGUREERBARE INGANG -
GENERIC ALARM
Als de digitale ingang geactiveerd wordt, wacht het toestel gedurende de tijd "did" vooraleer de boodschap
"EAL" wordt weergegeven. De uitgangen blijven ongewijzigd, en het alarm stopt zodra de ingang niet meer
geactiveerd is.
6.3 CONFIGUREERBARE INGANG - SERIOUS ALARM MODE (BAL)
Als de digitale ingang geactiveerd wordt, wacht het toestel gedurende de tijd "did" vooraleer de boodschap
"BAL" wordt weergegeven. De uitgangen worden uitgeschakeld, en het stopt zodra de ingang niet meer
geactiveerd is
6.4 CONFIGUREERBARE INGANG - PRESSOSTAAT (PAL)
Als gedurende de tijd "did" het aantal schakelingen zoals ingesteld in "nPS" bereikt zijn, zal het "PAL" alarm
geactiveerd worden. De compressor zal uitgeschakeld worden en de regeling zal stoppen. Het alarm kan
gereset worden door de regelaar uit en aan te schakelen.
6.5 CONFIGUREERBARE INGANG - START DEFROST (DFR)
Hiermee wordt een ontdooiing gestart (indien de voorwaarden vervult zijn). Als de ontdooiing voorbij is, zal de
normale regeling verder gezet worden. Als de ingang nog steeds geactiveerd is zal de normale regeling pas
gestart worden als de veiligheidstijd "Mdf" verstreken is.
6.6 CONFIGUREERBARE INGANG – ACTIVERING AUX RELAIS (AUS)
Deze functie laat toe om via de digitale ingang het aux relais te aktiveren / desaktiveren.
6.7 CONFIGUREERBARE INGANG - ENERGY SAVING (ES)
Door de Energy Saving functie, kan gewerkt worden met een ander setpunt dan het gewone setpunt.
Gedurende deze mode wordt het nieuwe setpunt : SET+HES. Deze mode is enkel aktief zolang de digitale
ingang aktief is.
6.8 CONFIGUREERBARE INGANG – REMOTE ON/OFF (ONF)
Door deze functie is het mogelijk om het toestel via de digitale ingang aan/uit te zetten.
6.9 POLARITEIT VAN DE DIGITALE INGANGEN
De polariteit van de digitale ingangen is afhankelijk van de parameters "I1P" en "I2P" :
CL : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te sluiten.
XR172-RS485-V2.doc
Installing and Operating Instructions
Installing and Operating Instructions
Installing and Operating Instructions
Installing and Operating Instructions
÷
255 min.) Tijdsinterval om het aantal drukschakelingen
(EAL)
XR172C with built in RS485
OP : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te openen
7.
INSTALLATION AND MOUNTING
Het toestel XR172C wordt gebouwd in een paneel met opening 29x71 mm, en bevestigd met bijgeleverde
beugels. Het temperatuursbereik waarbij het instrument mag gebruikt worden is tussen 0 - 60 °C. Vermijdt om
het toestel te gebruiken op plaatsen waar hevige vibraties, corrosieve gassen, veel vuil, en hoge vochtigheid
zijn. Hetzelfde is geldig voor de sondes. Laat luchtcirculatie toe via de openingen in de regelaar.
8.
VERBINDINGEN
Het toestel is voor zien van een klemmenblock voor kabels tot 2,5 mm
na te gaan of U de correcte voedingsspanning beschikbaar hebt. Tracht de afstand tussen sondes en
voedingskabels zo groot mogelijk te houden. Indien zwaardere vermogens dan toegelaten voor de regelaar
dienen geschakeld te worden, dan dient U een extern relais te gebruiken.
8.1 AANSLUITINGEN SONDES
De sondes dienen te worden gemonteerd met de top naar boven om waterindringing te voorkomen. Het is
aangeraden om de ruimtevoeler niet in de direkte luchtstroom te plaatsen om een gemiddelde temperatuur te
meten. Plaats de verdampervoeler tussen de verdampervinnen op de koudste plaats (waar het meeste ijs
aanwezig is, en ver van de verwarmingselementen).
9.
RS485 SERIËLE COMMUNICATIE
De RS485 seriële communicatie laat toe om de regelaar met een 2 draads afgeschermde kabel te verbinden
met de netwerkbus ModBUS-RTU compatibel met het dIXEL registratiesysteem XJ500 (Version 3.2).
10. GEBRUIK VAN DE "HOT KEY "
De XR172 kan de parameterlijst UPLOADEN of DOWNLOADEN van zijn eigen E2 intern geheugen naar de
"Hot Key" en vice-versa
10.1 DOWNLOAD (VAN DE "HOT KEY" NAAR HET TOESTEL)
1.
Schakel het toestel uit door middel van de ON/OFF toets, verwijder de TTL seriekabel als die er is, voeg
de "Hot Key" in en schakel de regelaar dan ON.
2.
Automatisch wordt de parameterlijst van de "Hot Key" gedownload naar het geheugen, het "DoL"
bericht knippert. Na 10sec zal het toestel heropstarten met de nieuwe parameters.
3.
Schakel het toestel UIT, verwijder de Hot Key", steek de TTL seriële kabel terug in en schakel het
toestel dan terug AAN.
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase toont het toestel de volgende berichten:
"end " voor juiste programmering. Het toestel begint regelmatig met de nieuwe programmering.
"err" voor foute programmering. In dit geval, schakel de eenheid uit en dan terug aan als u het downloaden
terug wilt starten of verwijder de "Hot key" om de bewerking te onderbreken.
10.2 UPLOAD (VAN HET TOESTEL NAAR DE "HOT KEY")
1.
Schakel het toestel uit door middel van de ON/OFF toets en verwijder de TTL seriekabel als die er is;
schakel dan het toestel terug aan.
Als de Unit AAN is, voeg de "Hot key" in en druk op de è toets; het "uPL" bericht verschijnt.
2.
3.
Druk de "SET" toets om met het UPLOADEN te beginnen; het "uPL" bericht knippert.
4.
Schakel het toestel uit, verwijder de "Hot Key", steek de TTL seriële kabel terug in en schakel dan het
toestel terug AAN.
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase toont het toestel de volgende berichten:
"end "voor juiste programmering, en "err" voor foute programmering. In dit laatste geval druk de"SET" toets in
als u programmering wilt herbeginnen of verwijder de niet –geprogrammeerde "Hot key".
11. ALARMSIGNALEN
Label
Oorzaak
"P1"
Breuk ruimtesonde
"P2"
Breuk verdampersonde
"P3"
Breuk derde sonde
"HA"
Maximum temperatuur alarm
"LA"
Minimum temperatuur alarm
"EE"
Data of geheugen storing
"dA"
Deur alarm
"EAL"
Extern alarm via digitale ingang
"BAL"
Serious alarm via digitale ingang
"PAL"
Alarm pressostaat via digitale ingang
Het alarmlabel wordt afgebeeld tot de oorzaak verdwenen is. Alle alarmboodschappen worden alternerend met
de ruimtetemperatuur afgebeeld, met uitzondering van "P1" die knippert op het scherm. "EE" kan gewist
worden door op een toets te drukken. Daardoor zal "rES" (reset) gedurende 3 seconden op het scherm komen.
Daarna zal het toestel terug normaal verder werken.
11.1 AFZETTEN BUZZER / ALARM RELAIS
De buzzer wordt afgezet door op om het even welke toets te drukken. Als de parameter "tbA" = "y" zal het relais
tesamen met de buzzer uitgeschakeld worden. Indien "tbA" = "n", zal de buzzer afgezet worden en het relais
pas uitgeschakeld worden als er geen alarm meer is.
11.2 "EE" ALARM
De dIXEL toestellen doen een interne controle ivm werking van de parameters. Het label "EE"" zal knipperen
op het scherm als er fouten opgetreden zijn in het geheugen van de regelaar. In deze gevallen zal de
alarmuitgang geactiveerd worden
11.3 ALARM HERSTEL
•
Alarms voor sondes : "P1" (ruimtesonde defect) en "P2" (verdampersonde), en "P3" (derde sonde) ; Zij
stoppen automatisch 30 sec na de goede werking van de sonde.
•
Temperatuur alarms "HA" en "LA" stoppen automatisch zodra de temperatuur terug normale waardes
bereikt heeft, of als een ontdooiing start.
•
Deuralarm "dA" stopt automatisch na het sluiten van de deur.
Externe alarms zoals "EAL", "BAL" stoppen zodra de ingang niet meer aktief is, het "PAL" alarm stopt als de
regelaar aan/uit gezet wordt.
12. TECHNISCHE GEGEVENS
Behuizing: zelfdovende ABS.
Omkasting front 32x74 mm; diepte 70mm
Montage
XR172C: paneelmontage in een opening 71x29 mm.
XR40SL: omega DIN rail
Front bescherming XR172C: IP65
rel.1.0 - cod.1592008250
2
. Voordat U kabels aansluit dient U eerst
Uitgangen
Compressorrelais zal schakelen volgens "COn" en
"COF"
Uitgangen ongewijzigd
Alarmuitgang AAN; Andere uitgangen ongewijzigd
Uitgangen ongewijzigd
Uitgangen ongewijzigd
Uitgangen ongewijzigd
Alarmuitgang AAN; Andere uitgangen ongewijzigd
Alarmuitgang AAN; Andere uitgangen ongewijzigd
Alarmuitgang AAN; Andere uitgangen OFF
Alarmuitgang AAN; Andere uitgangen OFF
3/4