De volgende parameter zet het apparaat Aan of Uit.
Druk op de
knop om het apparaat Uit te zetten. 'On'
begint te knipperen.
Druk op de
knop. 'Off' begint te knipperen.
Druk op de
knop om de nieuwe instelling te bevestigen.
Druk op de
knop om het apparaat Aan te zetten. 'Off'
begint te knipperen.
Druk op de
knop om naar 'On' te schakelen.
Druk op de
knop om de nieuwe instelling te bevestigen.
Na 7 seconden wordt de ventilatorparameter 'F' weer
getoond.
12.3 Monteursinstellingen
12.3.1 Auto-modus
De regelaar kan alleen op automatische regeling worden
gezet in combinatie met een optionele buitensensor.
Om bij de monteursinstellingen te komen, zorgt u eerst dat
het scherm op de VERWARMINGS-parameter (H) staat.
Houd de
knop 5 seconden lang ingedrukt. Nu verschijnt
instelpunt '1'.
Als de buitenluchttemperatuur boven deze waarde is, is er
geen verwarming. Als de buitentemperatuur beneden deze
waarde komt maar boven instelpunt 2 zit, is de verwarming
op half vermogen. (Bereik: 0 – 30 graden).
Om de instelling te wijzigen, drukt u op de
op de
b of
knop om de gewenste instelling te
verhogen/verlagen.
Druk op de
knop om de nieuwe waarde te bevestigen en
gebruik de
knop om naar de volgende instelling te gaan.
(Na 7 seconden wordt het originele scherm weer getoond.)
Als u eerder al op de
instelpunt '2'.
Als de buitentemperatuur beneden deze waarde komt,
gaat de verwarming naar vol vermogen. Als de
buitentemperatuur boven deze waarde komt maar
beneden instelpunt 1 zit, is de verwarming op half
vermogen. (Bereik: 0 - 30 graden)
Om de instelling te wijzigen, drukt u op de
op de
of
knop om de gewenste instelling te
verhogen/verlagen.
Druk op de
knop om de nieuwe waarde te bevestigen.
knop en dan
knop heeft gedrukt, verschijnt
knop en dan
45