6.3 Bedrading
GEAR TRAY
N
E
L
INBOUWSPOT 1
INBOUWSPOT 2
DOWNLIGHT 1
De losse kabel vanuit de lichtbak dient via de
klemmenstrook van de netstroom op het
luchtgordijn te worden aangesloten, waarbij de L-,
N- & aarddraad correct worden aangesloten.
6.4 Optioneel achterpaneel &
aanduidingen
Bij het product wordt standaard een achterpaneel
meegeleverd.
Achter het achterpaneel zitten de TL-buizen die
kunnen worden gebruikt om een acrylbord met de
juiste aanduiding voor het pand te verlichten (door
eindgebruiker geleverd).
NB: de aansluitingen voor de TL-buizen worden in
de fabriek ontkoppeld; deze dienen op locatie
opnieuw te worden aangesloten als het optionele
acrylbord wordt gebruikt.
AC LIGHTBOX WIRING
AC-LICHTBAKBEDRADING
VOORGEÏNSTALLEE
PLUG/SOCKET
DOWNLIGHT 2
VOORGEÏNSTALLEE
RDE STEKKER/
PLUG/SOCKET
PREWIRED
RDE STEKKER/
AANSLUITING
4 WAY CONNECTOR
4-WEG AANSLUITBLOK
PREWIRED
AANSLUITING
Als een aanduidingsbord van acryl dient te worden
gebruikt, verwijder dan het achterpaneel en gebruik
de 2 L-vormige frames op het bord op zijn plaats te
zetten.
34
INTERNAL WIRING
INTERNE BEDRADING
L1 FLUORESCENT TUBES
BLOCK
L2 INBOUWSPOTS
EXTERNAL 4 CORE FLYING LEAD SUPPLIED
ER WORDT EEN EXTERNE 4-ADERIGE KABEL
MEEGELEVERD VOOR AANSLUITING OP
TO ENABLE WIRING TO SWITCHES ETC.
EXTERNAL WIRING
EXTERNE BEDRADING
L1
L2
N
E
L1 TL-BUIZEN
L2 DOWNLIGHTS
N ALLE LAMPEN
N ALL LAMPS
A ALLE LAMPEN
E ALL LAMPS