1.
Voer de waarde in die u wilt opslaan. De waarde kan een
uitdrukking zijn.
Druk op ¿. ! wordt gekopieerd op de plaats van de cursor.
2.
Druk op ƒ en vervolgens op de letter van de variabele waarin u
3.
de waarde wilt opslaan.
Druk op Í. Als u een uitdrukking heeft ingevoerd, dan wordt
4.
deze uitgewerkt. De waarde wordt opgeslagen in de variabele.
Een variabelewaarde weergeven
Om een waarde van een variabele weer te geven voert u de naam in op
een lege regel op het hoofdscherm en drukt u op Í.
Variabelen archiveren (Archiveren, Dearchiveren)
U kunt gegevens, programma's of andere variabelen in een gedeelte van
het geheugen opslaan, dat "gebruikersgegevensarchief" wordt
genoemd, waarin ze niet per ongeluk kunnen worden bewerkt of
verwijderd. Deze gearchiveerde variabelen worden aangegeven met
sterretjes (ä) links van de variabelenamen. Deze gearchiveerde
variabelen kunnen niet worden bewerkt of uitgevoerd. Ze kunnen alleen
worden bekeken en gedearchiveerd. Als u bijvoorbeeld lijst L1 archiveert,
dan zult u zien dat L1 bestaat in het geheugen, maar als u de lijst
selecteert en de naam L1 in het hoofdscherm plakt, dan kunt u de inhoud
ervan niet zien of bewerken voordat de lijst gedearchiveerd is.
Opmerking: Image Vars worden uitgevoerd en opgeslagen in het
archief, maar wanneer Image Vars worden weergegeven in VARS
4:Plaatje & Achtergrond, dan geeft het menu ACHTERGROND niet het
sterretje ä weer.
Variabelewaarden oproepen (recall)
Recall (RCL) gebruiken
Voer de volgende stappen uit om variabele-inhoud op te roepen en te
kopiëren naar de huidige plaats van de cursor. Om
u op '.
36
Aan de slag met de TI-84 Plus C Silver Edition
af te sluiten drukt
RCL