Inhoudsopgave
Advertenties
Druk op † of } om de cursor te verplaatsen naar de regel van de
1.
instelling die u wilt veranderen.
Druk op ~ of | om de cursor naar de gewenste instelling te
2.
verplaatsen.
Druk op Í.
3.
Een modus vanuit een programma instellen
U kunt een modus vanuit een programma instellen door de naam van de
modus als een instructie in te voeren; bijvoorbeeld
Selecteer vanaf een lege programmacommandoregel de modusinstelling
uit het modusscherm; de instructie wordt geplakt op de plaats van de
cursor.
MATHPRINT, CLASSIC
De MathPrint™-modus geeft de meeste in- en uitvoer weer zoals deze
wordt weergegeven in wiskundeboeken, bijvoorbeeld
De Classic-modus geeft uitdrukkingen en antwoorden op één regel
weer, bijvoorbeeld 1/2 + 3/4.
Opmerking: als u heen en weer schakelt tussen deze modi, blijven de
meeste ingevoerde gegevens bewaard; matrixberekeningen worden
echter niet bewaard.
NORMAL, SCI, ENG
Notatiemodi beïnvloeden alleen de manier waarop een antwoord wordt
weergegeven op het hoofdscherm. Numerieke antwoorden kunnen
worden weergegeven met maximaal 10 cijfers en een exponent van twee
cijfers, of als breuken. U kunt een getal in elke notatie invoeren.
De notatiemodus
uitdrukken met cijfers links en rechts van het decimaalteken, zoals in
.
12345.67
De
(wetenschappelijke) notatiemodus drukt getallen uit in twee
Sci
delen. De significante cijfers worden met één cijfer links van het
decimaalteken weergegeven. De betreffende macht van 10 wordt rechts
van å weergegeven, zoals in
20
Aan de slag met de TI-84 Plus C Silver Edition
is de gebruikelijke manier waarop we getallen
Normal
1.234567
Func
â
.
4
of
.
Drijvend
2
1
3
2
--
+
-- -
x
x d
en
2
4
1
.
Advertenties
Inhoudsopgave
