5 Functiebeschrijving
5.1.9
Zomertijd instellen
Menu ¬ Standaard Instelling ¬ Datum / Tijd ¬ Zomer-
tijd
Als de buitenvoeler niet met een DCF77-ontvanger uitge-
rust is of geen DCF77-signaal kan ontvangen, dan kunt u
met deze functie instellen dat u de zomertijd handmatig
instelt.
– "Auto": de zomertijd stelt de thermostaat volgens het
DCF77-signaal automatisch in.
– "Uit": de zomertijd moet u handmatig instellen.
i
Zomertijd betekent Midden-Europese zomer-
tijd: begin = laatste zondag in maart, einde =
laatste zondag in oktober.
5.1.10 Contrast instellen
Menu ¬ Standaard Instelling ¬ Display ¬ Contrast
Het displaycontrast kunt u afhankelijk van de helderheid
van de omgeving instellen zodat het display goed lees-
baar is.
5.1.11
Offset kamertemperatuur instellen
Menu ¬ Standaard Instelling ¬ Display ¬ Kamertemp.
Offset
i
Alleen als de thermostaat in een woonruimte
geïnstalleerd is, kan de thermostaat de actu-
ele kamertemperatuur weergeven.
In de regelaar is een thermometer voor de meting van
de kamertemperatuur ingebouwd. Als u nog een andere
thermometer in dezelfde ruimte hebt en u de waarden
met elkaar vergelijkt, dan kunnen de temperatuurwaar-
den constant van elkaar afwijken.
Voorbeeld:
Een kamerthermometer geeft constant een graad meer
aan dan de op het display van de thermostaat weergege-
ven actuele kamertemperatuur.
Met de functie "Kamertemp. Offset" kunt u het tempera-
tuurverschil bij de weergave van de thermostaat com-
penseren door een correctiewaarde van +1 K in te stellen
(1 K komt overeen met 1 °C). K (Kelvin) is een eenheid
voor het temperatuurverschil.
Het invoeren van een correctiewaarde beïnvloedt de
kamertemperatuurafhankelijke regeling.
24
5.1.12 Offset buitentemperatuur instellen
Menu ¬ Standaard Instelling ¬ Display ¬ Buitentemp.
Offset
De thermometer in de buitenvoeler van de thermostaat
meet de buitentemperatuur. Als u nog een andere ther-
mometer buiten gemonteerd hebt en u de temperatuur-
waarden met elkaar vergelijkt, dan kunnen de tempera-
tuurwaarden constant van elkaar afwijken.
Voorbeeld:
Uw weerstation geeft constant een graad lagere buiten-
temperatuur aan dan de op het display van de thermo-
staat weergegeven actuele buitentemperatuur.
Met de functie "Buitentemp. Offset" kunt u het tempera-
tuurverschil bij de weergave van de thermostaat com-
penseren door een correctiewaarde van -1 K in te stellen
(1 K komt overeen met 1 °C). K (Kelvin) is een eenheid
voor het temperatuurverschil.
Het invoeren van een correctiewaarde beïnvloedt de
weersafhankelijke regeling.
5.1.13
CV circuits benamen
Menu ¬ Standaard Instelling ¬ CV Circuits benamen
U kunt de af fabriek opgegeven benamingen voor de CV-
circuits "CV 1" en evt. "CV 2" naar wens veranderen. De
naam is tot 10 tekens beperkt.
5.1.14 Fabrieksinstelling herstellen
Menu ¬ Standaard Instelling ¬ Fabrieksinstellingen
U kunt de instellingen voor het "Tijdsprogramma" of
voor "Alles" op de fabrieksinstellingen resetten.
Tijdsprogramma
Menu ¬ Standaard Instelling ¬ Fabrieksinstellingen ¬
Tijdsprogramma
i
Voor u de tijdsprogramma's op de fabrieksin-
stelling terugzet, dient u de instellingen van
de thermostaat (¬ Tab. 4.2) te noteren.
Met "Tijdsprogramma" zet u alle instellingen die u in de
functie "Tijdsprogramma" ingevoerd hebt op de
fabrieksinstelling terug. Alle andere instellingen die ook
tijden bevatten, zoals bijv. "Datum / Tijd" blijven onver-
anderd.
Terwijl de thermostaat de instellingen van de tijdspro-
gramma's op de fabrieksinstellingen terugzet, verschijnt
op het display "uitvoeren". Daarna verschijnt op het dis-
play de basisweergave.
Gebruiksaanwijzing calorMATIC 470 0020116706_01