De signaalsterkte controleren
•
Het signaalpictogram geeft de status
van de verbinding tussen de handset
en het basisstation weer. Wanneer
het pictogram ononderbroken wordt
weergegeven, zijn de handset en het
basisstation met elkaar verbonden.
Wanneer het pictogram knipperend
wordt weergegeven, is de verbinding
tussen de handset en het basisstation
verbroken.
•
Zorg ervoor dat de handset met het
basisstation is verbonden voordat u belt
of een gesprek aanneemt en de functies
van de telefoon gebruikt.
•
Als u tijdens een telefoongesprek
waarschuwingstonen hoort, is de batterij
van de handset bijna leeg of is de handset
buiten bereik. Laad de batterij op of
beweeg de handset in de richting van het
basisstation.
De handset in-/uitschakelen
•
Houd
ingedrukt om de handset uit te
schakelen. Het scherm van de handset
wordt uitgeschakeld.
Opmerking
•
Wanneer de handset is uitgeschakeld, kunt u
geen oproepen ontvangen.
•
Houd
ingedrukt om de handset in te
schakelen. Het duurt enkele seconden
voordat de handset is ingeschakeld.
Aan de slag
15