magneet
spaken
Fig. 7
rechtervork
sensorklem B
D
sensor
Fig. 10
draad
draadbevestigingstape
Fig. 13
62
sensorklem B
opvulrubber voor
sensorklem
sensorklem A (klein en groot)
Fig. 8
markering op
de sensor
midden van de
magneet
Fig. 11
opvulrubber voor bracket
Fig. 14
2) montage op de fiets
• Bevestig de wielmagneet aan twee van de rechter spaken
van het voorwiel. Als getekend in figuur 2 moeten de
spaken door het magneetje steken.
• Gebruik de sensorbandjes A en B om de sensor aan de
rechterkant van de voorvork te bevestigen. Kies het bandje
parallel
dat het best om de vork past (maat S voor een diameter tot
Ø24 mm en maat L voor groter).
1. Steek sensorband B in de gleuf van sensorband A en
Fig. 9
klem de rubber strip aan de binnenkant van band A (fig.
magneet
8). Stel de lengte van de klemband zo in dat, gevouwen
sensor
om de voorvork, de twee bevestigingspunten parallel
liggen (fig. 9). (Door stevig te trekken kunt u bandje B
uit de gleuf van A trekken)
2. Bevestig de zo verkregen klem samen met de sensor om
de vork en draai de schroef nog niet te vast aan (fig. 10).
3. Breng het midden van het magneetje precies ter hoogte
ongeveer
van de markering op de sensor (fig. 11) en zorg dat
2 mm
ertussen een ruimte van ongeveer 2 mm vrij blijft (fig.
Fig. 12
12). Draai dan het schroefje in de klemband stevig aan
en knip het vrije uiteinde van bandje B af.
bracket
• Zet het snoertje vast met stukjes tape als in figuur 13.
Wikkel de draad verder om de remkabel tot aan het stuur.
Zorg ervoor dat bij een grote stuuruitslag de draad niet
klem komt te zitten.
• Klem het bracket met een rubberstrip aan de binnenzijde
om de stuurbuis (fig. 14).