57
58
6. Controleer of er geen melkresten in de holte en groef onder-
aan de draaiknop zitten (afb. 58). Schraap indien nodig met een
tandenstoker;
7. Controleer of het aanzuig- en afvoerslangetje niet verstopt zijn met
melkresten
8. Droog de onderdelen met een schone, droge doek;
9. Zet alle onderdelen van het melkreservoir weer in elkaar.
Let op:
De machine herinnert er regelmatig aan dat het reservoir grondig ge-
reinigd moet worden en zal de procedure voor een grondige reiniging
blijven voorstellen.
43