48
49
50
51
4. (alleen wanneer het waterfilter is aangebracht) Laat 100 ml warm
water afgeven om het filter te activeren.
Let op:
Als de machine langer dan 3 dagen niet gebruikt wordt, moet u het
waterreservoir reinigen zoals hierboven beschreven.
Tuitjes koffieuitloop
1. Reinig de koffieuitloop regelmatig met een spons of doek (afb. 48);
2. Controleer dat de gaatjes van de koffieuitloop niet verstopt zijn. Verwij-
der indien nodig koffieaanslag met een tandenstoker (afb. 49).
Trechter voorgemalen koffie
Reinig de uitneembare trechter voor voorgemalen koffie regelmatig (on-
geveer 1 keer per maand). Ga als volgt te werk:
1. Schakel de machine uit (zie
2. Til het deksel van het accessoirevak op (afb. 22).
3. Verwijder het doseerschepje/borsteltje;
4. Verwijder de uitneembare trechter;
5. Was de trechter onder stromend water van 40 °C en droog hem met
een schone doek. De trechter kan ook in de vaatwasser, met een
wasprogramma op 50 °C.
6. Zet de trechter weer in zijn zitting en plaats het borsteltje terug;
7. Sluit de deksel.
Let op!
Controleer na het reinigen of er geen accessoires in de trechter achter-
blijven. De aanwezigheid van vreemde voorwerpen tijdens het gebruik
kan schade aan de machine veroorzaken.
Uitneembare zetgroep
De zetgroep moet ten minste eenmaal per maand worden gereinigd.
Let op!
De zetgroep kan niet worden uitgenomen als de machine is
ingeschakeld.
1. Controleer of de machine de uitschakeling correct heeft uitgevoerd
(zie hoofdstuk
"Uitschakelen van de
2. Verwijder het waterreservoir (afb. 3);
3. Open het deurtje van de zetgroep (afb. 50) dat zich aan de rechter-
zijde bevindt, door middel van de bovenste haak;
4. Druk de twee gekleurde ontgrendelingsknoppen naar binnen (afb. 51)
en trek tegelijkertijd de zetgroep naar buiten;
5. Dompel de zetgroep ongeveer 5 minuten onder in vers drinkwater
en spoel hem daarna af onder de kraan;
41
"Uitschakelen van de
machine");
machine");