Drukontlastingsprocedure
Drukontlastingsprocedure
Voer altijd de drukontlastingsprocedure uit als
u dit symbool ziet.
Het systeem blijft onder druk staan totdat deze
handmatig wordt ontlast. Voorkom ernstig letsel door
vloeistof onder druk, zoals injectie door de huid of
opspattende vloeistof, door de
drukontlastingsprocedure uit te voeren wanneer u
stopt met spuiten en voordat u de apparatuur reinigt,
controleert of er onderhoud aan uitvoert.
1. Zet de trekker op de veiligheidspal. Zet de trekker
altijd op de veiligheidspal als u ophoudt met
spuiten om te voorkomen dat het pistool
onverwachts wordt ingeschakeld.
ti6932a
2. Zet de druk op de laagste stand. Schakel het
spuittoestel uit en ontkoppel de voedingskabel of
koppel de luchtbron los van de eenheid.
ti6930a
8
3. Haal de trekker van de veiligheidspal.
ti6933a
4. Druk een metalen deel van het pistool stevig
tegen een geaarde metalen emmer. Druk de
trekker van het pistool in om de druk te ontlasten.
5. Zet de trekker op de veiligheidspal.
ti6932a
6. Als u vermoedt dat de spuittip of het pistool
verstopt is of dat de druk niet helemaal is ontlast:
a. Maak HEEL LANGZAAM de borgmoer van de
tiphouder of de koppeling aan het uiteinde
van de slang los om de druk geleidelijk te
ontlasten.
b. Maak de moer of de koppeling volledig los.
c. Verwijder verstoppingen in het pistool of de
spuittip. Zie Verstoppingen verwijderen op
pagina 11.
3A9207P