Papier in de printer laden
Papier moet met de bovenkant naar beneden en met de afdrukkant
naar voren worden geladen. Stel de papiergeleiders altijd bij om
storingen en het scheef invoeren te voorkomen.
Het afdrukken van papier dat gekreukeld, geplooid of beschadigd is,
VOORZICHTIG
kan storingen veroorzaken. Zie "Papierspecificaties voor de printer".
Haal al het papier altijd uit de papierinvoerlade en zet de stapel
Opmerking
recht wanneer er nieuw papier wordt toegevoegd. Dit helpt om te
voorkomen dat meer vellen papier tegelijkertijd door de printer worden
gevoerd en het vermindert papierstoringen. Zie de sticker die u op de
printer plaatste toen u de apparatuur installeerde.
Specifieke soorten. . .
Transparanten: Laad transparanten met de bovenkant naar
beneden en met de afdrukkant naar de voorkant van de printer.
Zie "Afdrukken van transparanten".
Enveloppen: Laad enveloppen met de smalle kant, de kant van
de postzegel, naar beneden en met de afdrukkant naar de
voorkant van de printer. Zie "Afdrukken van enveloppen".
Etiketten: Laad etiketten met de bovenkant naar beneden en
met de af te drukken kant naar de voorkant van de printer. Zie
"Afdrukken van etiketten".
Briefhoofdpapier: Laad briefhoofdpapier met de bovenkant naar
beneden en met de af te drukken kant naar de voorkant van de
printer. Zie "Afdrukken van briefhoofdpapier".
Kaarten: Laad kaarten met de smalle kant naar beneden en
met de af te drukken kant naar de voorkant van de printer. Zie
"Afdrukken van kaarten".
DU
Papier in de printer laden 9