Tabel 5. Opties voor Systeeminstallatie - Geïntegreerde apparatenmenu-opties (vervolg)
Systeemconfiguratie
SATA Operation
Drives
M.2 PCIe SSD-0/SATA-2
SATA-0
Schijfinformatie
Tabel 6. Opties van System Setup - Storagemenu
Storage
Storage-interface
Poortactivering
SMART Reporting
SMART-rapportage inschakelen
Schijfinformatie
M.2 PCIe SSD-1
Tabel 7. Opties voor System Setup - Beeldschermmenu
Storage
Helderheid van beeldscherm
Helderheid op batterij
Helderheid op wisselstroom
Logo op volledig scherm
Tabel 8. Opties van System Setup - Verbindingsmenu
Verbinding
Draadloos apparaat inschakelen
WLAN
Bluetooth
UEFI-netwerkstack inschakelen
HTTP(s)-opstartfunctie
HTTP(s)-opstarten
68
Systeeminstallatie
Hiermee kunt u de bewerkingsmodus van de geïntegreerde SATA harde-
schijfcontroller configureren.
Standaard: RAID. SATA is geconfigureerd om de RAID-modus (Intel Rapid Restore
Technology) te ondersteunen.
Hiermee kunt u diverse schijven op de kaart in- of uitschakelen.
Standaard: AAN.
Standaard: AAN.
Toont de informatie van diverse schijven op de kaart.
Hiermee kunt u diverse schijven op de kaart in- of uitschakelen.
Standaard: AAN.
Hiermee kunt u de S.M.A.R.T-optie (Self-Monitoring, Analysis en Reporting
Technology) in- of uitschakelen op het systeem.
Standaard: UIT.
Geeft informatie over het type en het apparaat op de computer.
Hiermee wordt de helderheid van het scherm ingesteld als de computer alleen op
batterij wordt uitgevoerd.
Hiermee wordt de helderheid van het scherm ingesteld als de computer alleen op
wisselstroom wordt uitgevoerd.
Hiermee geeft u het logo weer op het volledige scherm wanneer de afbeelding
overeenkomt met de schermresolutie.
Standaard: UIT.
Hiermee kunt u interne WLAN-/Bluetooth-apparaten in- of uitschakelen.
Standaard: AAN.
Standaard: AAN.
Hiermee kunnen pre-OS- en vroege OS-networkingfuncties NIC's gebruiken die zijn
ingeschakeld. Deze functie wordt gebruikt zonder PXE in te schakelen.
Standaard: selectief ingeschakeld.
Dit platform heeft HTTP(s)-opstartmogelijkheden.