9. Verwijder de twee schroeven (M2x5) waarmee de USB Type-C-beugel op de systeemkaart wordt bevestigd.
10. Verwijder de twee schroeven (M2x2) en de enkele schroef (M2x4) waarmee de systeemkaart aan de palmsteun- en
toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
11. Til de systeemkaart weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
De systeemkaart plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak
OPMERKING:
Bij het vervangen van of werken aan andere onderdelen kan de systeemkaart met de koelplaat eraan vast worden
geïnstalleerd om de procedure te vereenvoudigen en de thermische verbinding tussen de systeemkaart en de koelplaat te behouden.
OPMERKING:
De servicetag van uw computer bevindt zich op de systeemkaart. U moet de servicetag invoeren in het BIOS-
installatieprogramma als u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
OPMERKING:
Wanneer de systeemkaart wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS met behulp
van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals aanbrengen nadat u de systeemkaart
hebt vervangen.
De volgende afbeelding geeft de connectoren op de systeemkaart aan.
Afbeelding 2. Systeemkaartconnectoren
1. Beeldschermkabelconnector
2. Connector van de voedingsadapterpoortkabel
3. Connector van de toetsenbordkabel
4. Connector van de toetsenbordverlichtingskabel
5. Connector van de touchpadkabel
6. Luidsprekerkabelconnector
7. connector van I/O-kaartkabel
De volgende afbeelding geeft de locatie van de systeemkaart aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
58
Onderdelen verwijderen en plaatsen