4
Druk op de Menu-knop om het menu te verlaten.
Deze instelling blijft van kracht totdat u de keuzeschakelaar in een
andere modus zet of de camera uitzet. Wanneer u de instelling in de
PAS-modus hebt ingesteld, blijft deze instelling van kracht totdat u via
de functie Reset (herstellen)
opnieuw instelt.
ISO-snelheid instellen
Gebruik ISO Speed (ISO-snelheid) om de lichtgevoeligheid van de camera in te
stellen. Gebruik een lagere ISO-instelling bij helder licht, een hogere
ISO-instelling bij weinig licht.
OPMERKING: ISO-instellingen zijn beschikbaar in de volgende opnamemodi:
panorama, close-up en PAS. Bij hogere ISO-snelheden krijgt u
"drukkere" foto's dan bij lagere ISO-snelheden.
1
Druk in een willekeurige fotomodus op de Menu-knop.
2
Druk op
vervolgens op de knop OK.
Hoofdstuk 2
Fluorescent (tl)—corrigeert het groene
licht van tl-licht. Ideaal voor het maken
van binnenfoto's bij tl-licht zonder flits.
(pagina
om ISO Speed (ISO-snelheid)
3
Druk op
en druk vervolgens op de knop OK.
AUTO (standaard)—voor een
ISO-snelheid (100-200) gebaseerd op de
helderheid van het onderwerp. Ideaal
voor het maken van gewone foto's.
ISO 100—voor het maken van
gedetailleerde foto's bij daglicht in de
felle zon. Ideaal voor portretten of
natuuropnames.
42) de standaardinstellingen
te markeren en druk
om een optie te markeren
37