SERIES 3000 MkII TECHNISCHE HANDLEIDING
3. Als de waarde nog steeds onnauwkeurig is, vervangt u de sensor
(zie hoofdstuk 15.1).
14.2 Levensduur van detectoren
De levensduur van een sensor voor giftig gas is afhankelijk van de toepassing, de
frequentie en de omvang van de gasblootstelling. Onder normale omstandigheden
(3-maandelijkse visuele controle en 6-maandelijke test / ijking), heeft de sensor voor
giftige gassen minstens de vol gende verwachte levensduur:
18 maanden voor sensors voor Chloor, Chloordioxide en fluor.
12 maanden voor ammoniak-, chloorwaterstof- en fluorwaterstofsensors
(zie informatie over ammoniak hieronder)
24 maanden voor sensoren voor Zuurstof en andere giftige gassen.
Raadpleeg hoofdstuk 15 voor de procedure van het vervangen van de sensor.
Opgelet: In atmosferen met te weinig zuurstof (minder dan 6 % V/V) kan het
zijn dat de uitlezingen en de presaties niet accuraat zijn.
N.B.: Elektrochemische Ammoniakcellen zijn betrouwbaar en geschikt voor
toepassingen waar geen achtergrondconcentratie van Ammoniak bestaat.
Onder deze omstandigheden werken de cellen gemiddeld 12 tot 24 maanden.
Deze Ammoniakcellen zijn van het verbruikstype. De levensduur kan worden verkort
door voortdurende of overmatige blootstelling aan Ammoniak, of door langdurige
blootstelling aan hoge temperaturen en vocht.
Om een voortdurende detectie te verzekeren wordt het aangeraden dat de
detectors regelmatig op schokken worden getest, en dat een geschikt
celvervangingsprogramma wordt uitgevoerd.
26
S3KMKIIMAN_MAN0878_8_11-15