SERIES 3000 MkII TECHNISCHE HANDLEIDING
1 Veiligheid
Zorg ervoor dat deze gebruikshandleiding is gelezen en begrepen VOOR de apparatuur
wordt geïnstalleerd, bediend of onderhouden.
Let speciaal op Waarschuwingen.
Alle Waarschuwingen in het document zijn hier vermeld en worden herhaald aan het begin
van het betreffende hoofdstuk in deze bedieningshandleiding.
Waarschuwingen worden vermeld in de hoofdstukken waar ze van toepassing zijn.
Series 3000 MkII is ontworpen voor installatie en gebruik in gevaarlijke zones 1 of 2
of 21 of 22 in Europa en Klasse I Division 1 of 2 en Klasse II Division 1 of 2 zones in
De installatie moet gebeuren conform de geldende normen van de bevoegde
Bij het uitvoeren van werkzaamheden mag alleen opgeleid personeel de
Voordat werkzaamheden worden uitgevoerd, moet men steeds nagaan of alle lokale
regels en procedures van de locatie zijn gevolgd. De geldende normen moeten
worden gevolgd om de algemene certificatie van de detector te behouden.
Om het risico van ontsteking in gevaarlijke atmosferen te vermijden moeten
leidingen een lekdichte dichting hebben op minder dan 45cm van de behuizing.
Om het risico van ontsteking in gevaarlijke atmosferen te verminderen,
declassificeert u de zone of koppelt u de apparatuur los van de voeding voordat u
de detectorbehuizing opent. Houd de module goed gesloten tijdens het gebruik.
Probeer nooit een aansluitdoos / behuizing te openen in potentieel
Voor de elektrische veiligheid en om radio-interferentie te beperken moet de
detector geaard zijn. Er is een aardingspunt voorzien aan de binnen- en buitenkant
van de eenheid. De interne aarding moet worden gebruikt als primaire aarding voor
de apparatuur. De externe aansluiting is alleen een extra aardaansluiting voor waar
lokale autoriteiten een dergelijke aansluiting toestaan of vereisen.
De behuizing van de op afstand gemonteerde sensor bevat aluminium. Wanneer de
sensor in een Zone 1-locatie wordt gemonteerd, moeten voorzorgen worden
genomen om ontstekingsrisico's ten gevolge van een impact of een wrijving te
Wees voorzichtig bij het behandelen van sensors. Deze kunnen immers corrosieve
Probeer de sensor nooit te saboteren of te demonteren.
Stel het apparaat niet bloot aan temperaturen buiten het geadviseerde bereik.
Stel de sensor niet bloot aan organische oplosmiddelen of brandbare vloeistoffen.
Als de sensors zijn opgebruikt, moeten deze op een milieuvriendelijke wijze worden
verwijderd. Dit moet gebeuren conform de plaatselijke bepalingen voor
Ook mogen de sensoren veilig worden verpakt en worden geretourneerd aan
Honeywell Analytics. Markeer deze duidelijk voor milieuvriendelijke afvalverwerking.
Elektrochemische cellen mogen NIET worden verbrand, omdat daarbij schadelijke
WAARSCHUWINGEN
Noord-Amerika.
overheid in het betreffende land.
detector openen.
gevaarlijke atmosferen.
verkomen.
oplossingen bevatten.
afvalverwerking en de milieuwetgeving.
dampen kunnen vrijkomen.
i
S3KMKIIMAN_MAN0878_8_11-15