SERIES 3000 MkII TECHNISCHE HANDLEIDING
24. Het apparaat gaat terug naar het menu 'SEt CAL'. Activeer de schakelaar ''
of '' om een ander menu te selecteren of selecteer 'QuIT' om terug te keren
naar de normale bewakingsstand.
8.2.2 Nulpuntijking en bereikijking van waterstofsulfidesensoren
Waterstofsulfidesensoren kunnen worden beïnvloed door extreme wisselingen in
vochtigheid. Een plotselinge toename in de vochtigheid van de omgeving kan leiden
tot een kortstondige positieve afwijking in de waarde van het apparaat.
Een plotselinge afname in de vochtigheid van de omgeving kan leiden tot een
kortstondige negatieve afwijking in de waarde van het apparaat. Het is het meest
waarschijnlijk dat deze voorkomen tijdens het ijken met droog gas of cilindergas.
Bij het ijken van waterstofsulfidecartridges moet u rekening houden met het vol
gende wanneer u de procedure in 8.2.1 uitvoert:
1. Gebruik een persluchtcilinder van 20.9% VOL Zuurstof (geen stikstof) om de
sensor op nul te ijken. Gebruik geen achtergrondlucht.
2. Breng het gas drie minuten op de sensor aan voor u '' gebruikt om de
nulijking te bevestigen.
3. Als u een bereikijking uitvoert, moet het bereikijkgas onmiddellijk na de
nulijking worden aangebracht op de sensor. Laat de sensor tussen stap 2 en
3 niet terugkeren naar omgevingslucht.
4. Breng het bereikgas twee minuten op de sensor aan voor u '' gebruikt om
de bereikijking te bevestigen.
8.2.3 Nulpuntijking en bereikijking van ethyleenoxidesensoren
Ethyleenoxidesensoren kunnen worden beïnvloed door extreme wisselingen in
vochtigheid. Een plotselinge toename in de vochtigheid van de omgeving kan leiden
tot een kortstondige positieve afwijking in de waarde van het apparaat.
Een plotselinge afname in de vochtigheid van de omgeving kan leiden tot een
kortstondige negatieve afwijking in de waarde van het apparaat. Het is het meest
waarschijnlijk dat deze voorkomen tijdens het ijken met droog gas of cilindergas.
Bij het ijken van ethyleenoxidecartridges moet u rekening houden met het volgende
wanneer u de procedure in 8.2.1 uitvoert:
Gebruik voor het uitvoeren van alleen een nulijking van de sensor (geen bereikijking),
schone achtergrondlucht of een persluchtcilinder (geen stikstof) die bevochtigd is tot
het niveau van de achtergrondlucht.
Voer een volledige ijking (nulijking én bereikijking) uit met de volgende procedure:
1. Breng gedurende 5 minuten schone, droge lucht (geen stikstof) aan om de
sensor op nul te ijken. Gebruik geen achtergrondlucht.
2. Breng het gas drie minuten op de sensor aan voor u '' gebruikt om de
nulijking te bevestigen.
3. Breng het bereikijkingsgas direct na de nulpuntijking op de sensor aan. Laat
de sensor tussen stap 2 en 3 niet terugkeren naar omgevingslucht.
4. Breng het bereikijkingsgas vijf minuten op de sensor aan voor u '' gebruikt
om de bereikijking te bevestigen.
5. Na de bereikijking dient de sensor vijf minuten de tijd te krijgen om te
herstellen in schone omgevingslucht of gedurende 15 minuten in cilinderlucht
die bevochtigd is tot het niveau van de omgevingslucht. Voer vervolgens
onder deze omstandigheden de nulpuntijking uit. Opmerking: dit heeft geen
invloed op de bereikgevoeligheid van het instrument.
18
S3KMKIIMAN_MAN0878_8_11-15