Zodra er een "1" (aan de linkerkant van het uitleesvenster) verschijnt op het uitleesvenster,
wordt het meetbereik overschreden. Kies dan het daaropvolgende hogere meetbereik.
Het spanningsbereik "V/DC" heeft een ingangsimpedantie van >10 MΩ, voor het V/AC-bereik
geldt >4,5 MΩ.
Bij de digitale multimeter is de automatische bereikkeuze (auto range) actief voor alle
meetfuncties (met uitzondering van de stroommeetbereiken). Deze functie stelt het goede
meetbereik automatisch in.
a) Spanningsmeting "V"
Zorg er bij het meten van spanningen voor dat het meetinstrument niet op een
bereik voor stroommetingen is ingesteld.
Ga als volgt te werk voor het meten van gelijkspanningen "DC" (V
1. Schakel de DMM in en kies als meetbereik "V
draaiknop (5) geeft de maximale meetwaarde voor dat bereik aan.
2. Steek het rode meetsnoer in de V-bus (8) en het zwarte meetsnoer in de COM-bus (9).
3. Sluit nu de beide meetpennen aan op het te meten object (batterij, schakelaar enzovoort).
4. De rode meetpen is hierbij de positieve pool, de zwarte meetpen is de negatieve pool.
5. De polariteit van de betreffende meetwaarde wordt samen met de actuele gemeten waarde
weergegeven. De meeteenheid is V.
Zodra er bij de gemeten gelijkspanning een minteken "-" verschijnt voor de gemeten waarde,
dan is de gemeten spanning negatief (of de meetpennen zijn verwisseld).
6. Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. Zet de
draaiknop (5) in de stand "OFF" (uit).
Ga als volgt te werk voor het meten van wisselspanningen "AC" (V~):
1. Schakel de DMM in zoals beschreven in de paragraaf "Meten van gelijkspanningen" en kies het
meetbereik "V".
2. Sluit nu de beide meetsnoeren aan op het te meten object (generator, schakelaar enzovoort).
3. De gemeten waarde wordt weergegeven op het uitleesvenster. De meeteenheid is V.
4. Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. Zet de
draaiknop (5) in de stand "OFF" (uit).
):
" met de draaiknop (5). De waarde op de
65