■ Aansluitleiding schoorsteen
De aansluitleiding moet in overeenstemming met de
geldende voorschriften zijn.
De aansluitleiding mag geen kleinere diameter hebben
dan de gasafvoerbuis van het toestel.
De aansluitleiding moet demonteerbaar zijn.
De afvoerbuis moet op dichte wijze op de leiding
aangesloten worden.
Herinnering:
schoorsteenadapter is verplicht (naar keuze).
Het toestel wordt op het afvoerkanaal aangesloten door
middel van rookbuizen uit de handel die goedgekeurd
zijn en bestand zijn tegen verbrandingsproducten,
condensaten en rooktemperaturen van minstens 120°C.
Het gebruik van aluminium aansluitkanalen is verboden.
Het
toestel
is
temperatuur
van
ketel
120°C
overschreden
is dan ook niet nodig om een beschermingsthermostaat
voor de afvoerkanalen toe te voegen.
De plaatsing van een trekbreker is aanbevolen
B23
wanneer de depressie in de schoorsteen hoger
is dan 30 Pa.
De reinigings-T is niet nodig omdat de
B23p
recuperatie van de condensaten in de ketel is
ingebouwd.(fi g.
20
Het
gebruik
van
zo
ontworpen
dat
de
rookgassen
van
kan
worden,
14).
PLAATSING
Aansluiting schoorsteen type B23
de
de
de
Condens
het
T-stuk
*5% (= 3°)
Aansluiting schoorsteen type B23p
*5% (= 3°)
ACh - Aanpasstuk schoorsteen Ø 60/100 tot Ø 80.
fi g. 14 - Aansluitingsmogelijkheden (type B23 en B23p)
Afmetingen van de
leiding berekend
volgens de norm
EN 13384-1.
ACh
* 5%
188 mm
Flexibele of
harde leiding.
Afmetingen
van de leiding
berekend volgens
de norm EN
13384-1 en de
maximumdruk
aan de afvoerbuis
ACh
* 5%
188 mm
NL