tams elektronik
5. Aansluiten van andere schakelingen
Op de uitgangen A1 t/m A4 van de GBM-1 kunnen verbruikers met een stroomverbruik tot
500 mA worden aangesloten en afhankelijk van de bezettingsstatus worden in- en uitgeschakeld.
De analyse gaat intern tegen massa. U kunt daarom de uitgangen van de GBM-1 verbinden met:
de ingangen van downstream elektronische circuits die naar aarde schakelen en een stroom
verbruiken van max. 500 mA;
relais, om ingangen van andere elektronische schakelingen te schakelen, die een stroom
van meer dan 500 mA verbruiken of die een galvanische koppeling nodig hebben;
relais, om de stroom op de uitgang van andere schakelingen te schakelen.
5.1. Aansluiting van digitale feedback modules
In principe is het mogelijk om de ingangen van digitale feedback modules (b.v. s88 modules) te
verbinden met de uitgangen van de GBM-1. Door de hoge gevoeligheid van de GBM-1 kunnen
stoorspanningen van het digitale systeem valse bezettingsmeldingen genereren. Daarom zijn, in
plaats van een GBM-1, de voor digitale werking geoptimaliseerde railbezetmelders GBM-8 en
GBM-8.2** beter geschikt voor gebruik in combinatie met digitale terugmelders.
5.2. Toepassingsvoorbeeld: Blokbesturing
Functioneel principe
In het blokvak moet de sectie achter de bezette sectie (gezien in de rijrichting) worden
geblokkeerd voor het inrijden van een volgend voertuig en moet de sectie erachter weer
worden vrijgegeven.
Met railbezetmelders en een bistabiel relais (RL) per sectie kan een bloksectieregeling worden
gerealiseerd. De relais worden aangesloten tussen de ingangen E1...E4 van de GBM en de
overeenkomstige spoorsecties en fungeren als schakelaars voor het in- en uitschakelen van de
spoorspanning in de desbetreffende secties.
De aansturing van het relais geschiedt via de twee uitgangen van de GBM, die zijn toegewezen
aan de twee voorliggende secties. Als de voorliggende sectie bezet is, wordt het normaal
open contact van het relais geopend en wordt de sectie dus spanningsloos (zie spoorsecties
2.1 en 2.3 in de illustratie). Als de voorliggende sectie weer vrij is, wordt het contact van het
relais weer gesloten en wordt de sectie dus weer van stroom voorzien (zie spoor 1.4 en 2.2
van de illustratie). Als geen van de twee voorliggende secties bezet is, blijft het contact van
het relais gesloten en wordt de sectie van stroom voorzien.
Aansluiten van andere schakelingen | 19
GBM-1