Elektrische aansluiting
6.2 Aansluiten
● Vereisten volgens IEC/EN 60079-14 bij gebruik in zone 1, 2 of 21, 22
● Projecteringsaanwijzingen
6.2
Aansluiten
6.2.1
Inrichting van zelfzekerende stroomkringen
Bij de oprichting van zelfzekerende stroomkringen moet langs de volledige zelfgezekerde
stroomkring een potentiaalvereffening aanwezig zijn.
De potentiaalvereffening wordt via een lip tot stand gebracht. De potentiaalvereffening tussen
de kabelinvoerplaat en de behuizing van de aansluitkast wordt via een koperen gevlochten
band tot stand gebracht.
Tabel 6-1
Niet-zelfzekerende stroomkring U
Zelfzekerende stroomkring in ontstekingsbeveiligingstype "zelfgezekerd"
De eigen gezekerde stroomkringen zijn tot een puiekwaarde van de nominale spanning van
1000 V veilig van alle niet-zelfgezekerde stroomkringen galvanisch gescheiden. De maximale
waarden voor "zelfzekerende stroomkringen" vindt u op een extra kenplaatje op de machine.
56
Elektrische gegevens
Ex ib IIB/IIC, alleen voor de aansluiting op gecertificeerde zelfgezekerde en ge‐
aarde galvanisch gescheiden stroomkringen.
Maximumwaarden van de sommen:
IIB
bijv B. bij T4: U
= 28 V
i
I
= 300 mA
i
P
= 1,3 W
i
De werkzame intende inductiviteit en capaciteit zijn verwaarloosbaar klein.
= 700 V Wisselspanning
m
IIC
U
= 24 V
i
I
= 170 mA
i
P
= 1,3 W
i
LOHER CHEMSTAR 1PS4/1PS5
Bedieningshandleiding 05/2015