Instellen van verbindingen
Opmerking: Henry Schein adviseert het gebruik van zilver/zilverchloride elektroden
1. Selecteer de elektroden om te gebruiken. Gebruik slechts één type elektrode op dezelfde
patiënt om variaties in elektrische weerstand te vermijden. Bereid de elektrodelocaties
voor volgens de instructies van de fabrikant van de elektroden. Zie figuur 12 en 13 voor
de plaatsing van de elektroden configuraties.
Opmerking: Een van 5-1 tot 5-6 voedingsdraden voor elektrodeplaatsingslocaties voor de
2. Sluit de ECG-voedingsdraden aan op de ECG-kabel.
3. Sluit de ECG-kabel aan op de ECG-connector op het rechterpaneel van de monitor.
4. Bevestig de voedingsdraden aan de elektroden en vervolgens de elektroden aan de
patiënt volgens de kleurcodegids in Tabel 20. Controleer of de gewenste
voedingsdradenselectie actief is in het ECG-curvegebied. Raadpleeg Tabel 21.
Voedingsdraad II is voor de meeste monitoring situaties het beste geschikt.
42
(Ag/AgCl). Wanneer ongelijke metalen worden gebruikt voor verschillende
elektroden, kunnen de elektroden onderhevig zijn aan grote afwijkingen door
polarisatie. Dit kan zo erg zijn dat het niet meer mogelijk is een ECG te maken.
Het gebruik van verschillende metalen kan ook de hersteltijd na defibrillatie
verlengen.
Figuur 12. Standaard 3 elektrodeplaatsing
Figuur 13. 5 Elektrodeplaatsing
vijfde voedingsdraad.