Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

NEC MultiSync UN552 Gebruikershandleiding pagina 113

Inhoudsopgave

Advertenties

MULTI-INPUT MENU (Multi-ingangmenu)
ACTIVE PICTURE
(Actief beeld)
*1, *2
ACTIVE (Actief)
ACTIVE FRAME
(Actief kader)
INPUT SELECT
(Ingangsselectie)
*3, *5
PICTURE1 (Beeld1)
PICTURE2 (Beeld2)
PICTURE SIZE (Beeldformaat)
*1,
*2, *4
PICTURE POSITION
(Beeldpositie)
*1, *2, *4
PICTURE ASPECT
(Beeldverhouding)
*1, *2, *4
TEXT TICKER
*1, *3
MODE (Modus)
POSITION (Positie)
SIZE (Formaat)
DETECT (Detecteren)
INPUT SELECT
(Ingangsselectie)
*
1
: Deze functie wordt vrijgegeven wanneer [SUPER] bij [INPUT CHANGE], [MOTION] in [SCREEN SAVER], [TILE MATRIX] en [IMAGE FLIP] met uitzondering van [NONE] worden geselecteerd.
*
: Wanneer [TEXT TICKER] geactiveerd is of Multibeeld op [OFF] (Uit) staat, is deze functie niet beschikbaar.
2
*
3
: Wanneer u [OPTION] (Optie) selecteert als ingang, hangt deze functie af van welke optionele kaart in de monitor is geïnstalleerd.
*
: Deze functie is niet beschikbaar als [PIP] is ingesteld op [MULTI PICTURE MODE] (Multibeeld-modus) en vervolgens [PICTURE1] (Beeld1) is ingesteld als [ACTIVE PICTURE] (Actief beeld).
4
*
5
: Deze functie wordt vrijgegeven wanneer [SUPER] wordt geselecteerd in [INPUT CHANGE] (Ingangwijziging) of [TEXT TICKER] geactiveerd is.
Hiermee selecteert u welke invoer momenteel wordt geconfigureerd voor de instellingen voor MULTI-PICTURE MODE
(Modus multibeeld). Als het OSD menu gesloten is, is dit de invoer die met de afstandsbediening bediend kan worden.

OPMERKING:
• Als [MULTI PICTURE MODE] (Modus multibeeld) is ingeschakeld, kan het actieve beeld tussen de
verschillende invoeren worden gewisseld door op de afstandsbediening op de knop ACTIVE
PICTURE (Actief beeld) te drukken of door het OSD-menu te openen. Als ACTIVE FRAME (Actief
frame)op ON (Aan) staat, drukt u op de knop ACTIVE PICTURE (Actief beeld) om een frame rond
het huidige actieve beeld weer te geven. Druk nogmaals op de knop om tussen de verschillende
invoeren te schakelen.
 • Als een van de geselecteerde invoeren MP (Media Player) (mediaspeler) is, zal de speler niet op
de knoppen reageren, tenzij de mediaspeler het actieve beeld is.
 • Als [MULTI PICTURE MODE] (Modus multibeeld) is uitgeschakeld, is het beeld dat de huidige
[ACTIVE PICTURE] (Actieve beeld) is, de invoer die wordt weergegeven.
Als [MULTI PICTURE] (Multibeeld) [OFF] (Uit) staat, wordt [PICTURE 1] (Beeld 1) het actieve beeld. Hiermee selecteert
u de invoer voor het configureren van de multibeeldinstellingen en voor het bedienen met de afstandsbediening.
Hiermee schakelt u het rode frame in of uit dat rond het actieve beeld wordt weergegeven. Dit frame wordt weergegeven
als het OSD-menu geopend is of als op de afstandsbediening op de knop ACTIVE PICTURE (Actief beeld) wordt gedrukt.
Hiermee selecteert u welke invoer voor ieder PICTURE (Beeld) wordt weergegeven wanneer [MULTI PICTURE
MODE] (Modus multibeeld) op ON (Aan) staat.

OPMERKING:
• Als de invoer wordt gewijzigd voor het nummer van het PICTURE (Beeld) dat het huidige ACTIVE
PICTURE (Actieve beeld) is, bijvoorbeeld [PICTURE1] (Beeld1), wordt de invoer niet gewijzigd
tenzij op de afstandsbediening op SET (Instellen) wordt gedrukt. Als de wijzigingen niet worden
opgeslagen door op SET (Instellen) te drukken, wordt de invoernaam voor het betreffende
PICTURE (Beeld) teruggezet naar de huidige invoer voor het ACTIVE PICTURE (Actieve beeld).
Wanneer de invoer voor het PICTURE (Beeld) dat niet actief is wordt gewijzigd, wordt de wijziging
onmiddellijk opgeslagen.
 • Deze functie is niet beschikbaar wanneer [MULTI PICTURE MODE] (Modus multibeeld) is
ingesteld op [OFF] (Uit).
Hiermee stelt u het formaat van het actieve beeld in. In de modus PIP (Beeld-in-beeld) kan alleen het formaat van het
ingevoegde beeld (PICTURE2) (Beeld2) worden gewijzigd. Als in de modus PBP (Beeld-voor-beeld) het formaat van
het Active Picture (Actieve beeld) wordt vergroot, worden de andere beelden automatisch verkleind en vice versa.
Gebruik de knoppen + en - op de afstandsbediening om het formaat van het actieve beeld te vergroten of te verkleinen.
Hiermee kunt u de positie van het actieve beeld op het scherm instellen.
Door op de knop + te drukken verplaatst u het actieve beeld naar rechts en door op de knop - te drukken verplaatst u
het actieve beeld naar links.
Door op de knop  te drukken verplaatst u het actieve beeld omhoog en door op de knop  te drukken verplaatst u
het actieve beeld omlaag.
OPMERKING: de positie van het actieve beeld kan met de afstandsbediening worden gewijzigd zonder het OSD-
menu te openen. Druk op de afstandsbediening op de knop ACTIVE PICTURE (Actieve beeld) om het beeld te
selecteren dat u wilt verplaatsen. Gebruik dezelfde knoppen op de afstandsbediening om de positie van het beeld
te wijzigen. Als ACTIVE FRAME (Actief frame) is ingeschakeld, wordt er een rood kader rond het actieve beeld
weergegeven.
In de modus PIP (Beeld-in-beeld), kan het ingevoegde beeld in alle richtingen worden verplaatst. In de modus PBP
(Beeld-per-beeld) kan het actieve beeld alleen omhoog/omlaag (als de invoeren naast elkaar worden weergegeven)
of naar links/rechts (als de invoeren onder elkaar worden weergegeven) worden verplaatst.
Hiermee stelt u de beeldverhouding voor de inhoud van het kader in het actieve beeld in.
Zie
pagina 35
om de beeldverhouding van het schermbeeld te wijzigen.
Toont in horizontale of verticale richting een deel van [PICTURE2] (Beeld2) over het beeld van PICTURE1 [Beeld1].
Dit kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het weergeven van een text ticker.

OPMERKING:
• Als de [MULTI PICTURE MODE] (Modus multibeeld) op [ON] (Aan) staat, wordt deze automatisch
[OFF] (Uit) gezet wanneer [TEXT TICKER] is ingeschakeld.
 • [TEXT TICKER] wordt automatisch op [OFF] (Uit) gezet als de volgende functies zijn ingeschakeld:
[MULTI PICTURE MODE] (Modus multibeeld), [TILE MATRIX] (Tegelmatrix), [SCREEN SAVER]
(Schermbeveiliging, [IMAGE FLIP], [SUPER] in [INPUT CHANGE], [CLOSED CAPTION]
(Ondertiteling).
 • [POINT ZOOM] (Specifiek zoomen) en [STILL] (Stilstaand beeld) zijn niet beschikbaar wanneer
[TEXT TICKER] is ingeschakeld.
Selecteer Horizontal (Horizontaal) of Vertical (Verticaal) en druk op SET (Instellen) om [TEXT TICKER] in te schakelen.
Hiermee kunt u het gebied verplaatsen waarin de text ticker wordt weergegeven.
Hiermee kunt u de grootte wijzigen van het gebied waarin de text ticker wordt weergegeven. De text ticker wordt
weergegeven in het bovenste (bij horizontaal) of linkergedeelte (bij verticaal) van de tweede bron. Bij het aanpassen
van de grootte van de text ticker wordt bepaald hoeveel van het bovenste of linkergedeelte van de tweede bron wordt
weergegeven.
Hiermee wordt op basis van de aanwezigheid van het geselecteerde invoersignaal voor [PICTURE2] (Beeld2)
de functie Text Ticker automatisch in- of uitgeschakeld.
Hiermee selecteert u welke invoer voor het primaire scherm (PICTURE1) moet worden gebruikt en welke voor
het secundaire scherm (PICTURE2).
Nederlands−109

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Multisync un552v

Inhoudsopgave