Probleem
Je kunt een constant piepgeluid
horen.
Je kunt de maximale warmte‐
stand niet instellen voor één van
de kookzones.
Er klinkt een geluidssignaal en de
kookplaat wordt uitgeschakeld.
Als de kookplaat wordt uitge‐
schakeld, klinkt er een geluids‐
signaal.
De kookplaat wordt uitgescha‐
keld.
De restwarmte-indicator gaat niet
aan.
Het bedieningspaneel wordt heet
bij aanraking.
Er klinkt geen geluidsignaal wan‐
neer je de tiptoetsen van het be‐
dieningspaneel aanraakt.
Het indicatielampje boven het
symbool
gaat aan.
De bedieningsbalk knippert.
Mogelijke oorzaak
De zekering is doorgeslagen.
Je stelde gedurende 60 seconden
geen kookstand in.
Je hebt 2 of meer sensorvelden te‐
gelijkertijd aangeraakt.
Pauze is in werking.
Water of vetvlekken op het bedie‐
ningspaneel.
De elektrische aansluiting is ver‐
keerd.
De andere zones verbruiken het
maximaal beschikbare vermogen.
Je kookplaat werkt correct.
Je hebt iets op een of meer sensor‐
velden geplaatst.
Je hebt iets op het sensorveld
geplaatst.
De zone is niet heet omdat deze
slechts kortstondig is gebruikt, of de
sensor is beschadigd.
Het kookgerei is te groot of je plaatst
het te dicht bij het bedieningspaneel.
De signalen zijn uit.
Kinderbeveiligingsinrichting of Blok‐
kering werkt.
Er staat geen pan op de zone, of de
zone is niet volledig bedekt.
De pan is niet geschikt.
De diameter van de bodem van de
pan is te klein voor de zone.
Oplossing
Verzeker je ervan dat de zekering de
oorzaak van de storing is. Als de zeke‐
ringen keer op keer doorslaan, neem
je contact op met een erkende installa‐
teur.
Schakel de kookplaat opnieuw in en
stel de kookstand binnen 60 seconden
in.
Raak slechts één sensorveld aan.
Zie "Pause".
Reinig het bedieningspaneel.
Trek de stekker van de kookplaat uit
het stopcontact. Laat de installatie
controleren door een erkende elektri‐
cien.
Verlaag de warmtestand van de ande‐
re kookzones die op dezelfde fase zijn
aangesloten. Zie 'Stroommanage‐
ment'.
Verwijder het voorwerp van de sensor‐
velden.
Verwijder het voorwerp van het sen‐
sorveld.
Als de zone voldoende lang gebruikt is
om heet te zijn, neem je contact op
met een erkende servicedienst.
Plaats grotere pannen indien mogelijk
op de achterste kookzones.
Schakel de geluiden in. Raadpleeg
'Dagelijks gebruik'.
Zie "Kinderbeveiliging" en "Blokke‐
ring".
Zet een pan op de zone, zodat de pan
de zone volledig bedekt.
Gebruik kookgerei dat geschikt is voor
inductiekookplaten. Zie 'Aanwijzingen
en tips'.
Gebruik pannen met de juiste afmetin‐
gen. Raadpleeg de technische gege‐
vens.
NEDERLANDS
25