Snelheidssignaal opnieuw kalibreren:
U kunt een reeds bestaand profiel overschrijven of een lege opslagplaats met
een profiel invullen.
1. In het menu Trekker (km/h) de gewenste opslagplaats met de eronder lig-
gende functietoets markeren.
2. Veld Opnieuw kalibreren markeren.
3. Entertoets indrukken.
Het display toont het kalibratiemenu Trekker (km/h).
6
5
Afb. 4.22: Kalibreringsmenu Trekker (km/h)
[1] Naamveld trekker
[2] Weergave oorsprong van het snelheidssignaal
[3] Weergave aantal impulsen over 100 m
[4] Submenu Automatische kalibratie
[5] Impulsgever radarimpulsen
[6] Impulsgever wielimpulsen
4. Naamveld trekker markeren.
5. Entertoets indrukken.
6. De naam van het profiel invoeren.
De invoer van de naam is beperkt tot 16 tekens.
Voor een betere verstaanbaarheid geeft u het profiel de naam van de trekker.
De invoer van tekst in de bedieningsunit wordt in hoofdstuk
pagina 85
beschreven.
7. Impulsgever voor het snelheidssignaal selecteren.
Voor radarimpulsen op de functietoets F1 drukken.
Voor wielimpulsen op de functietoets F2 drukken.
Het display toont de impulsgever.
Bediening QUANTRON-E2
LET OP
4
1
2
3
4
4.13.1: Tekstinvoer,
57