15. Menu Hoeveelheid wegen via de kg-toets oproepen.
16. Keuzeveld Resthoeveelheid wegen markeren.
17. Entertoets indrukken.
De software vergelijkt de gestrooide hoeveelheid met de daadwerkelijke
Dienovereenkomstig berekent de software de stroomfactor opnieuw.
18. Stroomfactor vastleggen.
Entertoets indrukken om de herberekende stroomfactor over te nemen.
ESC-toets indrukken om de tot nog toe opgeslagen stroomfactor over te
nemen.
Indien u tijdens de rit (bv. rit naar het veld) wijzigingen aan de meststofinstellin-
gen hebt uitgevoerd, drukt u vóór aanvang van de strooiwerkzaamheden op de
kg-toets en Hoeveelheid wegen vanuit stilstand.
5.6
Strooien met bedrijfsmodus AUTO km/h
1. Meststofinstellingen uitvoeren:
2. Meststof vullen.
Voor een optimaal strooiresultaat in de bedrijfsmodus AUTO km/h voert u vóór
aanvang van de strooiwerkzaamheden een afdraaiproef uit.
3. Een afdraaiproef voor de stroomfactorbepaling uitvoeren
of
Stroomfactor uit de strooitabel halen.
4. Stroomfactor manueel invoeren.
5. Start/Stop-toets indrukken.
Het strooien start.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2
resthoeveelheid in het reservoir.
Strooihoeveelheid (kg/ha)
Werkbreedte (m)
LET OP
LET OP
5
97