Pagina 1
GEBRUIKSAANWIJZING Vóór inbedrijfstelling zorgvuldig doorlezen! Bewaren voor toekomstig gebruik Deze gebruiksaanwijzing/montage- handleiding is een deel van de machine. Leveranciers van nieuwe en gebruikte machines zijn verplicht, om schriftelijk te documenteren dat de gebruiksaanwij- zing/ montagehandleiding met de ma- Originele gebruiksaanwijzing chine geleverd en aan de klant 5901511- -nl-0315...
Pagina 2
Voorwoord Geachte klant, Met de aankoop van de bedieningsunit QUANTRON-E2 voor de schotelstrooier voor minerale meststof AXIS-M EMC hebt u vertrouwen in ons product getoond. Hartelijk dank! Dit vertrouwen willen wij rechtvaardigen. U hebt een krachtige en betrouwbare bedieningsunit aangeschaft.
Pagina 4
Inhoud Meststofinstellingen in de Expert-modus ....... . . 37 4.6.1 Strooihoeveelheid ..........40 4.6.2 Werkbreedte .
Pagina 5
Inhoud Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 Opvraging van de resthoeveelheid tijdens de strooiwerkzaamheden (enkel AXIS-M 30.1 EMC + W) ........91 TELIMAT .
Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de gebruiker Over deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is bestanddeel van de bedieningsunit QUANTRON-E2 De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, vakkun- dig en economisch gebruik en onderhoud van de bedieningsunit. Het naleven ervan helpt gevaren te vermijden, reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van de machine te verhogen.
Pagina 8
Aanwijzingen voor de gebruiker Gevarenniveaus van de waarschuwingen Het gevaarniveau wordt aangeduid met het signaalwoord. De gevaarniveaus zijn als volgt ingedeeld: n GEVAAR Soort en bron van het gevaar Deze aanwijzing waarschuwt voor een onmiddellijk dreigend gevaar voor de gezondheid en het leven van personen. Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot zeer ernstig letsel, ook met dodelijke afloop.
Aanwijzingen voor de gebruiker 1.2.2 Instructies en aanwijzingen Door bedieningspersoneel uit te voeren handelingen worden weergegeven als genummerde lijst. 1. Handelingsinstructie stap 1 2. Handelingsinstructie stap 2 Instructies die slechts één enkele stap omvatten, worden niet genummerd. Dit geldt ook voor handelingen waarbij de volgorde waarin ze worden uitgevoerd, niet dwingend voorgeschreven is.
Opbouw en functie Opbouw en functie Overzicht van de ondersteunde schotelstrooiers voor minerale mest Functie/opties AXIS-M 30.1 EMC AXIS-M 30.1 EMC + W Massastroomregeling door meting van het kop- pel van de strooischijven Weegcellen...
Opbouw en functie Opbouw van de bedieningsunit - overzicht Afb. 2.1: Bedieningsunit QUANTRON-E2 Benaming Functie Bedieningspaneel Dit bestaat uit de folietoetsen voor de bediening van het apparaat en het display voor de weergave van werkschermen. Data-aansluiting Seriële interface (RS232) met LH 5000 en ASD-pro- tocol, geschikt voor aansluiting van een Y-RS232- kabel voor aansluiting op een vreemde terminal.
Opbouw en functie Bedieningselementen De bediening van de QUANTRON-E2 geschiedt via 17 folietoetsen (13 vast ge- definieerde en 4 vrij toe te wijzen folietoetsen). Afb. 2.2: Bedieningspaneel aan de voorzijde van het apparaat LET OP De gebruiksaanwijzing beschrijft de functies van de bedieningsunit QUAN- TRON-E2 vanaf de softwareversie 2.20.00.
Pagina 14
Opbouw en functie Nr. Benaming Functie Voorselectie deel- Wisseltoets tussen 4 toestanden. breedte-instelling Voorselectie van de deelbreedtes bij verandering van de strooihoeveelheden; pagina 65 Links Rechts of Links + Rechts Beheer van de deelbreedtes (VariSpread-functie), pagina 12 Menu Wissel tussen het werkscherm en het hoofdmenu.
Opbouw en functie Display Het display toont de actuele statusinformatie, selectie- en invoermogelijkheden van de bedieningsunit. De essentiële informatie voor het gebruik van de machine vindt u op het works- creen. 2.4.1 Beschrijving van het werkscherm LET OP De precieze weergave van het werkscherm hangt af van de op dat moment ge- kozen instellingen, zie hoofdstuk 4.10.2: Weergavekeuze, pagina Afb.
Pagina 16
Opbouw en functie De symbolen en weergaven op het voorbeeldscherm hebben de volgende bete- kenis: Symbool / weer- Betekenis (in weergegeven voorbeeld) gave Doseerschuif Huidige positie van de doseerschuif links. schaalopening links Bedrijfsmodus Toont de actuele bedrijfsmodus. AUTO km/h + AUTO kg is de gebruikte bedrijfs- modus voor de functie M EMC.
Opbouw en functie 2.4.3 Weergave van de deelbreedtes Afb. 2.5: Weergave van de deelbreedtetoestanden (voorbeeld met VariSpread 8) [1] Geactiveerde deelbreedtes met 4 mogelijke strooibreedteniveaus [2] Linker deelbreedte is verkleind met 2 deelbreedtes...
Opbouw en functie Bibliotheek van de gebruikte symbolen De bedieningsunit QUANTRON-E2 geeft symbolen weer voor de functies op het beeldscherm. Symbool Betekenis Wijziging van de hoeveelheid + (plus) Wijziging van de hoeveelheid - (min) Wijziging van de hoeveelheid links + (plus)
Aanbouw en installatie Aanbouw en installatie Eisen aan de tractor Controleer vóór de aanbouw van de bedieningsunit of uw tractor aan de volgende eisen voldoet: Min. voedingsspanning van 11 V moet altijd gegarandeerd zijn, ook als meerdere gebruikers gelijktijdig zijn aangesloten (bijv. airconditioning, ver- lichting).
Aanbouw en installatie 3.2.2 Stekkerverbinding 7-polig Via de 7-polige stekerverbinding (DIN 9684-1/ISO 11786) krijgt de bediening- seenheid de impulsen voor de actuele rijsnelheid. Hiervoor wordt op de stekker- verbinding de 7-polig naar 8-polige kabel (accessoire) naar de rijsnelheidssensor aangesloten. [1] PIN 1: daadwerkelijke rijsnelheid (radar) [2] PIN 2: theoretische rijsnelheid (bijv.
Aanbouw en installatie Bedieningsunit aansluiten LET OP Na het inschakelen van de bedieningsunit QUANTRON-E2 toont het display kortstondig het machinenummer. LET OP Machinenummer in acht nemen De bedieningsunit QUANTRON-E2 is af fabriek afgesteld op schotelstrooier voor minerale mest, waarbij de unit wordt geleverd.
Pagina 27
Aanbouw en installatie Aansluitschema wielsensor: km/h Afb. 3.4: Aansluitschema QUANTRON-E2 [1] Seriële interface RS232, 8-polige stekkerverbinding [2] 39-polige machinestekker [3] Optie: Afgiftepunt (machines met Varispread) [4] Sensoren M EMC (links, rechts, midden) [5] Optie: TELIMAT-sensor boven/onder [6] Optie: Vulpeilsensor links/rechts...
Pagina 28
[9] Optie: elektrische TELIMAT [10] Accu [11] 3-polige stekkerverbinding volgens DIN 9680 / ISO 12369 [12] Rijsnelheidssensor [13] Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor geheugenmedium) [14] Optie: Voeding QUANTRON-E2 via contactslot [15] 7-polige stekkerverbinding conform DIN 9684 [16] Optie: GPS-kabel en ontvanger...
VOORSICHTIG Materiële schade door verkeerde positie van de doseerschui- Het bedienen van de stelmotoren door de QUANTRON-E2 kan de doseerschuiven beschadigen wanneer de aanslaghendels ver- keerd gepositioneerd zijn. Aanslaghendels steeds bij maximale schaalpositie vast- klemmen.
De bedieningsunit is correct op de machine en op de trekker aangesloten (voorbeeld: zie hoofdstuk 3.3: Bedieningsunit aansluiten, pagina 19). Een min. spanning van 11 V is gegarandeerd. LET OP De gebruiksaanwijzing beschrijft de functies van de bedieningsunit QUANTRON-E2 vanaf de softwareversie 2.20.00.
Pagina 32
Bediening QUANTRON-E2 Inschakelen: 1. AAN/UIT-toets [1] indrukken. Na enkele seconden verschijnt het startscherm van de bedieningsunit. Kort daarop toont de bedieningsunit enkele seconden het activerings- menu. 2. Entertoets indrukken. Het display toont enkele seconden de startdiagnose. Vervolgens verschijnt het workscreen.
Bediening QUANTRON-E2 Navigatie binnen de menu’s LET OP U vindt belangrijke instructies bij de weergave en navigatie tussen de menu’s in het hoofdstuk 1.2.5: Menuhiërarchie, toetsen en navigatie, pagina Hoofdmenu oproepen De menutoets indrukken. Zie 2.3: Bedieningselementen, pagina Op het display verschijnt het hoofdmenu.
Bediening QUANTRON-E2 Wegen-dagteller In dit menu vindt u waarden bij de gepresteerde strooiwerkzaamheden en func- ties voor het weegbedrijf. De kg-toets op de bedieningsunit indrukken. Het menu Wegen-dagteller verschijnt. Afb. 4.2: Menu Wegen-dagteller Submenu Betekenis Beschrijving Dagteller Weergave van de gedane strooihoeveel-...
Bediening QUANTRON-E2 4.3.1 Dagteller In dit menu leest u de volgende waarden af: gestrooide hoeveelheid (kg) gestrooid oppervlak (ha) gestrooid traject (m) Afb. 4.3: Menu Dagteller [1] Weergave van de gestrooide hoeveelheid sinds het laatste wissen [2] Weergave van het gestrooide oppervlak sinds het laatste wissen...
Bediening QUANTRON-E2 4.3.2 Resthoeveelheid tonen In het menu Rest (kg, ha, m) kunt u de in het reservoir achtergebleven resthoe- veelheid opvragen of invoeren. Het menu toont het mogelijke oppervlak (ha) en het mogelijke traject (m), dat met de resterende hoeveelheid meststof nog gestrooid kan worden. Beide weer- gaven worden aan de hand van de volgende waarden berekend: ...
Pagina 37
Bediening QUANTRON-E2 Invoer van de resthoeveelheid bij opnieuw vullen: 1. Menu Wegen-dagteller > Rest (kg, ha, m) oproepen. Op het display verschijnt de resterende hoeveelheid die van het laatste strooiproces overblijft. 2. Reservoir vullen. 3. Het nieuwe totaalgewicht van de meststof invoeren, die zich in het reservoir bevindt.
Bediening QUANTRON-E2 4.3.3 Rest wegen LET OP De bediening van deze functie is enkel voor een machine met weegcellen (AXIS-M 30.1 EMC + W) en bedrijfsmodus AUTO km/h + Stat. kg relevant. In dit menu weegt u de resthoeveelheid die zich in het reservoir bevindt en stelt u de parameters voor de regeling van de stroomfactor in.
Pagina 39
de trekker staat stil, de bedieningsunit QUANTRON-E2 is ingeschakeld. Wegen van de resthoeveelheid in het reservoir: 1. Reservoir vullen. Er verschijnt een venster op het display dat de resthoeveelheid weergeeft.
Bediening QUANTRON-E2 4.3.4 Weegschaal tarreren (enkel AXIS-M 30.1 EMC + W) In dit menu zet u de weegwaarde bij leeg reservoir op 0 kg. Bij het tarreren van de weegschaal moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: het reservoir is leeg, ...
Bediening QUANTRON-E2 Hoofdmenu Afb. 4.7: Hoofdmenu QUANTRON-E2 Het hoofdmenu toont u de mogelijke submenu’s. Submenu Betekenis Beschrijving Meststofinstellingen Instellingen voor meststof en strooimo- Pagina 37 dus. Machine-instellingen Instellingen voor trekker en machine. Pagina 56 Snellossen Directe toegang tot het menu voor snel- Pagina 68 lossen van de machine.
Bediening QUANTRON-E2 Meststofinstellingen in de Easy-modus De instelling modus wordt in hoofdstuk 4.10.3: Modus, pagina 79 beschreven. In dit menu voert u de instellingen voor de meststof en het strooibedrijf uit. Menu Hoofdmenu > Meststofinstellingen oproepen. Afb. 4.8: Menu Meststofinstellingen, Easy-modus Het hoofdmenu toont u de mogelijke submenu’s.
Bediening QUANTRON-E2 Meststofinstellingen in de Expert-modus De instelling modus wordt in hoofdstuk 4.10.3: Modus, pagina 79 beschreven. In dit menu voert u de instellingen voor de meststof en het strooibedrijf uit. In ver- gelijking met de Easy-modus zijn hier meer instelpagina’s en de strooitabel be- schikbaar.
Pagina 44
Bediening QUANTRON-E2 Submenu Betekenis / Mogelijke waarden Beschrijving Naam meststof Geselecteerde meststof uit de strooita- Pagina 52 bel. Strooihoeveelheid Invoer streefwaarde van de strooihoe- Pagina 40 (kg/ha) veelheid in kg/ha. Werkbreedte (m) Vastlegging van de te strooien werk- Pagina 41 breedte.
Pagina 45
Bediening QUANTRON-E2 Submenu Betekenis / Mogelijke waarden Beschrijving Fabrikant Invoer van de meststoffabrikant. Samenstelling Procentueel aandeel van de chemi- sche samenstelling. OptiPoint berekenen Invoer van de GPS-Control-parame- Pagina 49 ters. Afstand in (m) Invoer inschakelafstand. Pagina 103 Afstand uit (m) Invoer uitschakelafstand.
Bediening QUANTRON-E2 4.6.1 Strooihoeveelheid In dit menu kunt u de gewenste waarde van de strooihoeveelheid invoeren. Strooihoeveelheid invoeren: 1. Menu Meststofinstellingen > Strooihoeveelheid (kg/ha) oproepen. Op het display verschijnt de op dat moment geldige strooihoeveelheid. 2. Voer de nieuwe waarde in het invoerveld in.
Bediening QUANTRON-E2 4.6.3 Stroomfactor De stroomfactor ligt in het bereik tussen 0,4 en 1,9. Bij gelijke basisinstellingen (km/h, werkbreedte, kg/ha) geldt: Bij verhoging van de stroomfactor verlaagt de doseerhoeveelheid. Bij verlaging van de stroomfactor verhoogt de doseerhoeveelheid. Kent u de stroomfactor uit vroegere afdraaiproeven of uit de strooitabel, dan kunt u deze in dit menu manueel invoeren.
Pagina 48
Bediening QUANTRON-E2 Weergave van de stroomfactor met de functie M EMC In het submenu Stroomfactor voert u standaard een waarde voor de stroomfac- tor in. De bedieningsunit regelt evenwel tijdens de strooiwerkzaamheden en wan- neer de functie M EMC geactiveerd is de linker en rechter doseerschuifopeningen gescheiden.
Bediening QUANTRON-E2 4.6.4 Afgiftepunt 1. Menu Meststofinstellingen > Afgiftepunt oproepen. 2. Positie voor het afgiftepunt uit de strooitabel bepalen. 3. De bepaalde waarde in het invoerveld invoeren Zie hoofdstuk 4.13.2: Invoer van waarden met behulp van de cursortoetsen, pagina 4. Entertoets indrukken.
Bediening QUANTRON-E2 4.6.6 Afdraaiproef LET OP Het menu Afdraaiproef is geblokkeerd voor de functie M EMC en in de bedrijfs- modus AUTO km/h + AUTO kg. Dit menupunt is inactief. In dit menu bepaalt u de stroomfactor op basis van een afdraaiproef en slaat u deze in de bedieningsunit op.
Pagina 51
Bediening QUANTRON-E2 Afb. 4.12: Werkscherm Afdraaiproef voorbereiden [1] Symbool boven functietoets F4 voor selectie van de strooierzijde rechts [2] Symbool boven functietoets F1 voor selectie van de strooierzijde links [3] Weergave van de geselecteerde deelbreedte Deelbreedte selecteren: 5. Strooierzijde bepalen waaraan de afdraaiproef uitgevoerd dient te worden.
Pagina 52
Bediening QUANTRON-E2 LET OP Voor de nauwkeurigheid van het resultaat speelt de duur van de afdraaiproef geen rol. Er moet evenwel ten minste 20 kg afgedraaid worden. 7. Start/Stop-toets opnieuw indrukken. De afdraaiproef is beëindigd. De doseerschuif gaat dicht.
Bediening QUANTRON-E2 LET OP De stroomfactor moet tussen 0,4 en 1,9 liggen. 11. Stroomfactor vastleggen. Voor het overnemen van de nieuw berekende stroomfactor op de enter- toets drukken. Ter bevestiging van de tot nog toe opgeslagen stroomfactor op de ESC- toets drukken.
Bediening QUANTRON-E2 4.6.8 Aftakas LET OP Voor een optimale leegloopmeting controleert u de correcte invoer in het menu Meststofinstellingen. De invoer in de menu-items Type strooischijf en Aftakas dient absoluut met de daadwerkelijke instellingen van uw machine overeen te komen.
Bediening QUANTRON-E2 4.6.9 OptiPoint berekenen In het menu OptiPoint berekenen voert u de parameters voor de berekening van de optimale inschakel- of uitschakelafstanden op de wendakker in. 1. Menu Meststofinstellingen > OptiPoint berekenen oproepen. De eerste pagina van het menu OptiPoint berekenen verschijnt.
Pagina 56
Bediening QUANTRON-E2 Nummer Betekenis Beschrijving Rijstrategie: OPTI (OPTIMAAL): Pagina 102 Uitschakelafstand ligt nabij de veldgrens; Trekker slaat af tussen de rijstrook van de wendakker en de veldgrens, dan wel buiten het veld. GEOM (GEOMETRISCH) De uitschakelpositie wordt naar het binnen- ste van het veld verplaatst.
Bediening QUANTRON-E2 4.6.10 GPS Control Info In het menu GPS Control Info wordt u geïnformeerd omtrent de berekende in- stelwaarden in het menu OptiPoint berekenen. De hier getoonde waarden manueel in het overeenkomstige instelmenu op de gps-terminal overnemen. LET OP Dit menu dient puur ter informatie.
Bediening QUANTRON-E2 4.6.11 Strooitabel In deze menu’s kunt u strooitabellen aanmaken en beheren. LET OP De keuze van een strooitabel heeft uitwerkingen op de meststofinstellingen, op de bedieningsunit en op de machine. De instelling van de strooihoeveelheid wordt niet beïnvloed.
Pagina 59
Bediening QUANTRON-E2 9. Parameters van de strooitabel bewerken. Zie hoofdstuk 4.6: Meststofinstellingen in de Expert-modus, pagina Een strooitabel selecteren: 1. Menu Meststofinstellingen > Strooitabel oproepen. 2. Gewenste strooitabel markeren. 3. Entertoets indrukken. Het display toont het keuzevenster. 4. Optie Openen en terug... markeren.
Bediening QUANTRON-E2 4.6.12 VariSpread berekenen De section assistant VariSpread berekent de deelbreedteniveaus op basis van uw invoer op de eerste pagina’s van de Meststofinstellingen. Afb. 4.17: VariSpread berekenen, voorbeeld met 8 deelbreedtes (4 aan elke zij- [1] Instelbare deelbreedte-instelling [2] Vooraf ingestelde deelbreedte 1.
Pagina 61
Bediening QUANTRON-E2 Aanpassing van de deelbreedtewaarden 1. Het aan te passen deelbreedteniveau markeren met de balk. 2. Entertoets indrukken. 3. Waarden aanpassen aan uw voorkeuren. Zie ook 4.13.2: Invoer van waarden met behulp van de cursortoetsen, pagina 4. Toets ESC indrukken.
Bediening QUANTRON-E2 Machine-instellingen In dit menu voert u de instellingen voor de trekker en de machine uit. Menu Mach.- instellingen oproepen. Afb. 4.18: Menu Machine-instellingen Submenu Betekenis Beschrijving Trekker (km/h) Vastlegging of kalibratie van het snel- Pagina 57 heidssignaal.
De machine indien mogelijk slechts tot de helft vullen. Snelheidskalibratie oproepen: In de bedieningsunit QUANTRON-E2 kunt u tot 4 verschillende profielen voor soort en aantal van de impulsen opslaan. U kunt deze profielen een naam geven (bijv. naam van de trekker).
Pagina 64
Bediening QUANTRON-E2 Snelheidssignaal opnieuw kalibreren: U kunt een reeds bestaand profiel overschrijven of een lege opslagplaats met een profiel invullen. 1. In het menu Trekker (km/h) de gewenste opslagplaats met de eronder lig- gende functietoets markeren. 2. Veld Opnieuw kalibreren markeren.
Pagina 65
Bediening QUANTRON-E2 Hierna moet u nog het aantal impulsen van het snelheidssignaal vastleggen. Wanneer het juiste impulsaantal bekend is, kunt u dat direct invoeren: 8. Menu-item Trekker (km/h) > Opnieuw kalibreren > Imp/100m oproepen. Het display toont het menu Impulsen voor de manuele invoer van het aantal impulsen.
In de bedrijfsmodus AUTO km/h + Stat. kg werkt u UITSLUITEND bij een sto- ring van de functie M EMC. LET OP De strooiwerkzaamheden met de verschillende bedrijfsmodi zijn in het hoofd- stuk 5: Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2, pagina 91 beschre- ven. Menu Betekenis...
Pagina 67
LET OP Het menu AUTO km/h + Stat. kg verschijnt enkel op het display wanneer de machine AXIS W af fabriek werd geconfigureerd. 1. Bedieningsunit QUANTRON-E2 inschakelen. 2. Reservoir met meststof vullen. 3. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 4. Keuzeveld AUTO km/h + Stat. kg. markeren.
Pagina 68
Bediening QUANTRON-E2 n VOORSICHTIG Gevaar voor letsel door automatische verstelling van het af- giftepunt Bij machines met elektrische stelmotoren voor het afgiftepunt ver- schijnt het alarm Afgiftepunt aansturen. Na indrukken van de Start/Stop-toets gaat het afgiftepunt automatisch middels elektri- sche stelcilinders naar de vooraf ingestelde waarde. Dit kan letsel en materiële schade veroorzaken.
Pagina 69
AUTO km/h: Bedrijfsmodus automatisch LET OP Voor een optimaal strooiresultaat voert u vóór aanvang van de strooiwerkzaam- heden een afdraaiproef uit. 1. Bedieningsunit QUANTRON-E2 inschakelen. 2. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 3. Menu-item AUTO km/h markeren 4. Entertoets indrukken. 5. Meststofinstellingen uitvoeren: ...
Pagina 70
Bediening QUANTRON-E2 MAN schaalverd: manuele modus met schaalwaarde 1. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 2. Menu-item MAN schaalverdeling markeren Het display toont het menu Schuifopening. 3. Schaalwaarde voor de doseerschuifopening invoeren. 4. Entertoets indrukken. 4.13.2: Invoer van waarden met behulp van de cursortoetsen, pagina ...
Bediening QUANTRON-E2 4.7.3 +/- hoeveelheid In dit menu kunt u voor het normale strooitype een procentuele hoeveelheids- wijziging vastleggen. De basis (100%) is de vooringestelde waarde van de doseerschuifopening. LET OP Tijdens het bedrijf kunt u met de functietoetsen F2/F3 op elk moment de strooi- hoeveelheid met de factor +/- hoeveelheid wijzigen.
Bediening QUANTRON-E2 4.7.4 Weegcel kg-teller Hier kunt u de weergave van de functie kg-teller afstemmen in het menu We- gen-dagteller activeren. LET OP De weergave Weegcel kg-teller verschijnt op het display enkel in de bedrijfs- modi AUTO km/h + Stat. kg en AUTO km/h + AUTO kg.
Bediening QUANTRON-E2 4.7.6 Easy toggle Hier kunt u de omschakelfunctie van de toets L%/R % tot 2 toestanden van de functietoetsen F1 tot F4 beperken. U bespaart zo onnodige omschakelhandelin- gen in het werkscherm. 1. Submenu Easy Toggle markeren 2. Entertoets indrukken.
Bediening QUANTRON-E2 Snellossen Om de machine na de strooiwerkzaamheden te reinigen of de resthoeveelheid snel te ledigen, kunt u het menu Snellossen selecteren. Daarenboven raden wij aan om vóór de opslag van de machine de beide doseer- schuiven via het snellossen compleet te openen en in deze toestand de QUAN- TRON-E2 uit te schakelen.
Pagina 75
Bediening QUANTRON-E2 2. Met de functietoets de deelbreedte selecteren waarmee het snellossen uit- gevoerd dient te worden. Het display toont de gekozen deelbreedte als symbool. 3. Start/Stop-toets indrukken. Het snellossen start. 4. Start/Stop-toets opnieuw indrukken. Het snellossen is beëindigd.
Bediening QUANTRON-E2 Perceelbestand In dit menu kunt u tot 200 perceelbestanden aanmaken en beheren. Menu Hoofdmenu > Perceelbestand oproepen. Afb. 4.25: Menu Perceelbestand [1] Weergave aantal pagina’s [2] Weergave perceelbestand met ingevulde waarden [3] Weergave actief perceelbestand [4] Naam perceelbestand...
Bediening QUANTRON-E2 4.9.2 Opname starten Afb. 4.26: Weergave van het actuele perceelbestand [1] Weergave van het aantal pagina’s [2] Naamveld perceelbestand [3] Waardevelden [4] Weergeven van starttijd/-datum [5] Weergeven van stoptijd/-datum [6] Naamveld meststof [7] Naamveld meststoffabrikant [8] Functietoets F1 Starten...
Bediening QUANTRON-E2 3. Functietoets F1, onder het startsymbool, indrukken. De registratie begint. Het menu Perceelbestand toont het opnamesymbool voor het actuele perceelbestand. Het workscreen toont het opnamesymbool. LET OP Indien een ander perceel geopend wordt, wordt dit perceel gestopt. U kunt al- leen inactieve percelen wissen.
U kunt de import van de perceelsbestanden op elk moment onderbreken door op de ESC-toets te drukken! De import van de perceelbestanden heeft de volgende uitwerkingen Alle actueel in de QUANTRON-E2 opgeslagen perceelsbestanden worden overschreven. Indien u op de pc de strooihoeveelheid hebt gedefinieerd, wordt de strooihoe- veelheid bij het starten van de perceelbestanden automatisch overgezet en onmiddellijk actief in het menu Meststofinstellingen.
Bediening QUANTRON-E2 4.9.5 Perceelbestanden wissen De bedieningsunit QUANTRON-E2 maakt het mogelijk, de opgenomen perceels- bestanden te wissen. LET OP Enkel de inhoud van de perceelsbestanden wordt gewist; de naam van het per- ceelsbestand wordt verder in het naamveld weergegeven! Perceelbestanden wissen 1.
Bediening QUANTRON-E2 4.10 Systeem/test In dit menu voert u de systeem- en testinstellingen voor de bedieningsunit uit. Menu Hoofdmenu > Systeem/test oproepen. Afb. 4.28: Menu System/Test [systeem/test] Submenu Betekenis Beschrijving Helderheid Instelling van de displayweerga- Wijziging van de instelling ve en de toetsverlichting.
Pagina 82
Bediening QUANTRON-E2 Submenu Betekenis Beschrijving Tijd Instelling van de actuele tijd. Selectie en wijziging van de instelling met de pijltoet- sen. Bevestiging door op de entertoets te drukken. Dataoverdracht Menu voor de data-uitwisseling Pagina 83 en seriële protocollen Totaaldata-teller Weergave van totaal aan ...
Bediening QUANTRON-E2 4.10.1 Taal instellen De interface van de bedieningsunit QUANTRON-E2 is in 22 verschillende talen beschikbaar. Uw taal werd af fabriek voorafgaandelijk ingesteld. 1. Menu Systeem/test > Taal - Language oproepen. Het display toont de eerste van vier pagina’s.
Bediening QUANTRON-E2 4.10.2 Weergavekeuze De weergavevelden in het werkscherm van de bedieningsunit kunt u aan uw ei- gen wensen aanpassen. U kunt de drie weergavevelden naar keuze met de vol- gende waarden vullen: Rijsnelheid Stroomfactor (SF) Tijd ...
Bediening QUANTRON-E2 4.10.3 Modus In de bedieningsunit QUANTRON-E2 zijn 2 verschillende modi mogelijk. De modus Easy of Expert. In de modus Easy kunnen enkel die parameters van de meststofinstellingen worden opgeroepen, die noodzakelijk zijn voor de strooiwerkzaamheden. U kunt geen strooitabellen aanmaken of beheren.
Bediening QUANTRON-E2 4.10.4 Test/diagnose In het menu Test/diagnose kunt u de functie van enkele sensoren/stelmotoren bewaken en controleren. LET OP Dit menu dient puur ter informatie. De lijst van de sensoren hangt af van de uitrusting van de machine. Afb. 4.31: Menu Test/diagnose...
Pagina 87
Bediening QUANTRON-E2 Voorbeeld schuiven 1. Menu Systeem/test > Test/diagnose oproepen. 2. Menu-item Doseerschuif markeren. 3. Entertoets indrukken. Het display toont de status van de stelmotoren/sensoren. Afb. 4.32: Test/diagnose; voorbeeld: Doseerschuif [1] Weergave positie [2] Weergave signaal [3] Functietoetsen stelmotor rechts...
Pagina 88
Bediening QUANTRON-E2 Voorbeeld Linbus 1. Menu Systeem/test > Test/diagnose oproepen. 2. Menu-item Linbus markeren. 3. Entertoets indrukken. Het display toont de status van de stelmotoren/sensoren. Afb. 4.33: Test/diagnose; voorbeeld: Linbus [1] Weergave status [2] Zelftest starten [3] Aangesloten stelmotoren...
Bediening QUANTRON-E2 4.10.5 Dataoverdracht De dataoverdracht is via verschillende dataprotocollen mogelijk. Submenu Betekenis Automatische perceelregistratie; overdracht van perceelbe- standen naar een PDA of pocket-pc via Bluetooth LH5000 Seriële communicatie bijv. strooien met applicatiekaarten TUVR Protocol voor de automatische deelbreedteschakeling, de wij- ziging van toepassingshoeveelheid voor een specifiek deelop- pervlak en de gps-snelheid met een externe Trimble Terminal.
LET OP Het menu dient puur voor het bedienen van de stelmotoren voor het openen en het sluiten van het afdekzeil. De bedieningsunit QUANTRON-E2 registreert niet de exacte positie van het afdekzeil. Controleer de beweging van het afdekzeil.
Pagina 91
Bediening QUANTRON-E2 n VOORSICHTIG Materiële schade door onvoldoende vrije ruimte Het openen en sluiten van het afdekzeil vereist voldoende vrije ruimte boven de machinebak. Als de vrije ruimte te klein is, kan het afdekzeil scheuren. Het frame van het afdekzeil kan kapot gaan en het afdekzeil kan schade aan de omgeving aanrichten.
Bediening QUANTRON-E2 4.13 Speciale functies 4.13.1 Tekstinvoer In sommige menu’s kunt u vrij te bewerken tekst invoeren. Afb. 4.35: Menu Tekstinvoer [1] Invoerveld [2] Tekenveld, weergave van de beschikbare tekens (afhankelijk van de taal) [3] Functietoetsen voor navigatie in het invoerveld Tekst invoeren: 1.
Pagina 93
Bediening QUANTRON-E2 Teken overschrijven: U kunt een afzonderlijk teken vervangen door een ander teken. 1. Cursor met behulp van de functietoetsen naar de positie van het te wissen teken in het invoerveld bewegen. 2. Met behulp van de pijltoetsen het te schrijven teken in het tekenveld marke- ren.
Bediening QUANTRON-E2 4.13.2 Invoer van waarden met behulp van de cursortoetsen In sommige menu’s kunt u getalswaarden invoeren. Afb. 4.36: Getalswaarden invoeren (voorbeeld strooihoeveelheid) [1] Invoerveld Voorwaarde: U bevindt zich reeds in het menu waarin u de getalswaarden invoert. 1. De cursor met behulp van de horizontale pijltoetsen naar de positie van de te schrijven getalswaarde in het invoerveld bewegen.
8. Beide bladzijden van het menu Mach.- instellingen als screenshots opslaan. 9. Alle screenshots op uw pc opnemen. 10. Na de software-update screenshots oproepen en instellingen in de bedie- ningsunit QUANTRON-E2 op basis van de screenshots invoeren. De bedieningsunit QUANTRON-E2 is gereed voor gebruik met uw instel- lingen.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 De bedieningsunit QUANTRON-E2 ondersteunt u bij de instelling van de machi- ne vóór de werkzaamheden. Tijdens de strooiwerkzaamheden zijn eveneens functies van de bedieningsunit op de achtergrond actief. Hiermee kunt u de kwa- liteit van de meststofverdeling controleren.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 TELIMAT n VOORSICHTIG Gevaar voor letsel door automatische verstelling van de TELIMAT! Na indrukken van T-toets wordt middels elektrische stelcilinders automatisch naar de grensstrooipositie gereden. Dit kan letsel en materiële schade veroorzaken. Vóór indrukken van de T-toets personen uit de gevaren- zone van de machine wegsturen.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 Werken met deelbreedtes 5.3.1 Met gereduceerde deelbreedtes strooien U kunt aan een of beide zijden met deelbreedtes strooien en zo de volledige strooibreedte aanpassen aan de vereisten van het veld. Elke strooizijde kan wor- den ingesteld op 4 (VariSpread 8) of 2 (VariSpread 4) niveaus.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 5.3.2 Strooibedrijf met een deelbreedte en in de grensstrooimodus Tijdens het strooibedrijf kunt u de deelbreedtes stapsgewijze veranderen en het grensstrooien activeren. Het onderste scherm toont het werkscherm met geacti- veerd grensstrooien en geselecteerde deelbreedte.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 Strooien met automatische bedrijfsmodus (AUTO km/h + AUTO kg) Massastroomregeling met de functie M EMC De meting van de massastroom geschiedt afzonderlijk aan weerszijden van de strooischijven, opdat afwijkingen van de opgegeven strooihoeveelheid onmiddel- lijk gecorrigeerd kunnen worden.
Pagina 102
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 7. Wachten totdat het balkje dat de voortgang aangeeft, volledig doorgelopen is. De leegloopmeting is beëindigd De tijd tot onbel. dr. is op 20 min teruggezet. 8. Start/Stop-toets indrukken. Het strooien start.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 Strooien met bedrijfsmodus AUTO km/h + Stat. kg In de bedrijfsmodus AUTO km/h + Stat. kg werkt u UITSLUITEND bij een sto- ring van de functie M EMC. 1. QUANTRON-E2 inschakelen. 2. kg-toets indrukken. 3. Menu Hoeveelheid wegen oproepen.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 15. Menu Hoeveelheid wegen via de kg-toets oproepen. 16. Keuzeveld Rest wegen markeren. 17. Entertoets indrukken. De software vergelijkt de gestrooide hoeveelheid met de daadwerkelijke resthoeveelheid in het reservoir. Dienovereenkomstig berekent de software de stroomfactor opnieuw.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 Strooien met bedrijfsmodus MAN km/h U werkt in de bedrijfsmodus MAN km/h als er geen snelheidssignaal beschikbaar is. 1. Bedieningsunit QUANTRON-E2 inschakelen. 2. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 3. Menu-item MAN km/h oproepen. 4. Rijsnelheid invoeren.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 Strooien met bedrijfsmodus MAN schaalverdeling In de bedrijfsmodus MAN schaalverd. kunt u tijdens het strooibedrijf de doseer- schuifopening manueel wijzigen. Voorwaarde: De doseerschuiven zijn geopend (activering via de Start/Stop-toets). In het werkscherm MAN schaalverdeling zijn de symbolen voor de deel- breedtes rood ingevuld.
4.6.9: OptiPoint berekenen, pagina LET OP Voor het gebruik van de GPS Control-functies van de QUANTRON-E2 moet de seriële communicatie in het menu Systeem/test > Dataoverdracht bij het sub- menupunt GPS Control geactiveerd worden! Het symbool A naast de wigvormige percelen signaleert de geactiveerde auto- matische functie.
Pagina 108
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 Rijstrategie OPTI De rijstrategie heeft betrekking op de positie van de uitschakelafstand met betrek- king tot de rijstrook op de wendakker. Afhankelijk van het soort meststof kan de op- timale uitschakelafstand (Afb. 5.7, [B]) nabij de veldgrens (Afb.
Pagina 109
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 Afstand in (m) De Afstand in duidt op de inschakelafstand (Afb. 5.8 [A]) met betrekking tot de veldgrens (Afb. 5.8 [C]). Op deze positie in het veld gaan de doseerschuiven open. Deze afstand is afhankelijk van de soort meststof en vormt de optimale in- schakelafstand voor een geoptimaliseerde verdeling van meststof.
Pagina 110
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-E2 Afstand uit (m) De Afstand uit duidt op de uitschakelafstand (Afb. 5.9 [B]) met betrekking tot de veldgrens (Afb. 5.9 [C]). Op deze positie in het veld beginnen de doseerschuiven te sluiten. Afb. 5.9: Afstand uit (ten opzichte van de veldgrens)
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Het display van de bedieningsunit QUANTRON-E2 kan verschillende alarmmel- dingen weergeven. Betekenis van de alarmmeldingen Nr. Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak Storing aan doseerunit, stop- De stelmotor voor de doseerinrichting kan pen! de streefwaarde niet bereiken.
Pagina 112
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Nr. Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak 10 Werkbreedte Verwijzing naar het waardebereik van de Min. instelling = 2.00 werkbreedte. Max. instelling = 50.00 Ingevoerde waarde is niet toegestaan. 11 Stroomfactor Verwijzing naar het waardebereik van de Min.
Pagina 113
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Nr. Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak 23 Fout bij TELIMAT verstelling. De stelmotor voor de TELIMAT-verstelling kan de aan te sturen streefwaarde niet be- reiken. Blokkade. Geen positieretourmelding 24 Fout bij TELIMAT verstelling. Overbelasting van de stelmotor.
Pagina 114
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Nr. Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak 54 TELIMAT-positie wijzigen! De TELIMAT-positie komt niet overeen met de toestand die door GPS-Control ge- meld is...
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Storing/alarm verhelpen 6.2.1 Alarmmelding bevestigen Op het display wordt een alarmmelding gecombineerd met een waarschuwings- symbool weergegeven. Afb. 6.1: Alarmmelding (voorbeeld doseerunit) 1. Verhelp de oorzaak van de alarmmelding. Neem hiertoe de gebruiksaanwijzing van de machine en het gedeelte 6.1: Betekenis van de alarmmeldingen, pagina 105 in acht.
Pagina 116
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Afb. 6.2: Storing bij de functie M EMC [1] Het display toont een waarschuwingsdriehoek zo lang een storing bij de functie M EMC voorhanden is.
RAUCH-apparaten worden volgens moderne productiemethoden en met de grootste zorgvuldigheid vervaardigd en worden onderworpen aan talrijke contro- les. Daarom verleent RAUCH 12 maanden garantie, wanneer is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: De garantie begint op de datum van aankoop.