V
OORZORGSMAATREGELEN BIJ DE INSTALLATIE
Controleer de stevigheid en het vlak van de ondergrond van de
installatie opdat de unit na de installatie geen trillingen of lawaai
veroorzaakt.
Zet de unit zoals in de funderingstekening van de afbeelding is
aangegeven stevig vast met behulp van de funderingsbouten.
(Zorg voor vier sets M12-funderingsbouten, moeren en ringen).
De beste manier is om de funderingsbouten in te schroeven tot
op 20 mm vanaf de bovenkant van de fundering.
A
140
620
B
47
423
614
A Afvoerzijde
B Onderaanzicht (mm)
C Afvoeropening
Installatiemethode ter voorkoming van kantelen
Indien het risico bestaat dat de eenheid gaat kantelen, installeer
deze dan zoals in de afbeelding is aangegeven.
breng lussen aan in de 4 kabels, zoals aangeduid op de
tekening
schroef het bovendeksel los op de vier punten die met A en B
zijn aangeduid
steek de schroeven door de lussen en schroef ze goed vast
C
A
plaats van de 2 bevestigingspunten aan de voorzijde van de unit
B
plaats van de 2 bevestigingspunten aan de achterzijde van de unit
C
kabels: niet bijgeleverd
Opstelling van de afvoerbuis
Als de opstelling van de afvoerleiding vanuit de buitenunit
moeilijkheden oplevert (als afvoerwater bijvoorbeeld op iemand
zou spatten), zorg dan voor afvoer via een afvoeraansluitstuk
(los verkrijgbaar).
Controleer dat de afvoer goed werkt.
RZQ71~125B8V3B + RZQ100~140B7W1B
Split-systeem airconditioners
4PW21412-1A
140
C
B
A
A
R
UIMTE VOOR ONDERHOUD VAN DE
INSTALLATIE
De hier gebruikte cijfergegevens gelden voor de afmetingen van voor
modellen van de klasse 71-100-125-140. De cijfers tussen ( ) geven
de afmetingen weer voor de modellen van de klasse 100-125-140.
(Eenheid: mm)
(Raadpleeg hoofdstuk
"Voorzorgsmaatregelen bij de installatie" op
pagina
4)
Voorzorgsmaatregel
(A) In geval van niet-gestapelde installatie
Obstakel aanzuigkant
Obstakel afvoerkant
Obstakel linkerkant
Obstakel rechterkant
Obstakel bovenkant
(B) In geval van gestapelde installatie
1.
In geval van obstakels voor de uitlaatzijde.
2.
In geval van obstakels voor de luchtinlaat.
Niet meer dan één unit stapelen.
Voor het leggen van de afvoerleiding van de bovenste buitenunit is
ca. 100 mm ruimte nodig. Dicht het gedeelte A af zodat er geen lucht
uit de uitlaat kan ontsnappen.
(C) In geval van installatie in meerdere rijen (voor gebruik op daken,
enz.)
1.
In geval één unit per rij wordt geïnstalleerd.
≥500
(1000)
(Raadpleeg figuur 1)
Obstakel aanwezig
1
Sluit de onderkant van
het installatieframe in
dit geval af om te
voorkomen dat de
uitgeblazen lucht
ontsnapt
2
In deze gevallen kunt
u slechts 2 units
installeren.
Deze toestand is niet
toegelaten
A
≥1000
A
≥200
(300)
≥50
(100)
≥1000
(2000)
≥100
(200)
Montagehandleiding
4