Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale
leidingen en de isolatie
Laat de binnen- en buitenaftakleidingen nooit in contact komen
met het klemmendeksel van de compressor.
Wanneer de leidingisolatie van de vloeistofzijde met het deksel
in contact komt, moet u de hoogte aanpassen zoals aangegeven
in de onderstaande afbeelding. Let er ook op dat de lokale
leidingen niet in contact komen met de bouten of buitenpanelen
van de compressor.
Als de buitenunit boven de binnenunit is geïnstalleerd, kan dit
het gevolg zijn:
Gecondenseerd water op de afsluitklep kan naar de binnenunit
lopen. Voorkom dit door de afsluitklep in isolatiemateriaal in te
pakken.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relatieve vochtig-
heid meer dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal ten
minste 20 mm dik zijn om condensatie aan het oppervlak te
voorkomen.
Isoleer de lokale leiding aan de vloeistof- en de gaszijde en het
koelmiddelaftakpakket.
Blote leidingen kunnen condensatie of brandwonden
veroorzaken wanneer u ze aanraakt.
(De leiding aan de gaszijde kan temperaturen tot ongeveer
120°C bereiken; werk dus met isolatiemateriaal dat tegen
dergelijke temperaturen bestand is.)
1
2
3
Waarschuwingen voor flareaansluiting
Zie de tabel voor de afmetingen als u met flares werkt en voor de
draaimomenten. (Door te vast aan te draaien kan de flare splijten.)
Leiding-
dikte
Draaimoment flaremoer
14,2~17,2 N•m
Ø6,4
(144~176 kgf•cm)
32,7~39,9 N•m
Ø9,5
(333~407 kgf•cm)
49,5~60,3 N•m
Ø12,7
(504~616 kgf•cm)
61,8~75,4 N•m
Ø15,9
(630~770 kgf•cm)
97,2~118,6 N•m
Ø19,1
(989,8~1208 kgf•cm)
Als geen momentsleutel voorhanden is, is het mogelijk dat het
draaimoment plots groter wordt. Draai moeren niet meer vast
dan voorgeschreven.
Leidingdikte
Verder aanspanhoek
Ø6,4
Ø9,5
Ø12,7
Ø15,9
Ø19,1
RZQ71~125B8V3B + RZQ100~140B7W1B
Split-systeem airconditioners
4PW21412-1A
4
1
Compressor
2
Klemmendeksel
3
Lokale binnen- en
buitenleiding
4
4
Kurk, enz.
5
Isolatiemateriaal
5
6
Bouten
5
A
Wees voorzichtig
met aansluitingen
6
van leidingen,
bouten en het
buitenpaneel
A
Afmetingen voor
werken met flares
(mm)
Flarevorm
8,7~9,1
90° ±2
12,8~13,2
A
16,2~16,6
19,3~19,7
23,6~24,0
Aanbevolen
armlengte van
gereedschap
150 mm
60°~90°
200 mm
250 mm
30°~60°
300 mm
20°~35°
450 mm
Wanneer u de flaremoer monteert, moet u koelmachineolie op
de flare aanbrengen (op de binnen- en buitenkant) en de moer
eerst 3 of 4 keer met de hand draaien.
Smeer dit gedeelte in met ether- of esterolie.
Inspecteer de leidingaansluitingen met behulp van stikstof e.d.
op gaslekken na het beëindigen van de montage.
Waarschuwingen voor het gebruik van een sifon
Aangezien de olie in de stijgleiding terug naar de compressor zou
kunnen vloeien wanneer deze is gestopt en zo vloeistofcompressie
kan veroorzaken, of de olieterugvoer kan verslechteren, moet u op
een geschikte plaats in de stijggasleiding een sifon voorzien.
Installatieruimte sifon.
A
Buitenunit
B
Binnenunit
C
Gasleiding
D
Vloeistofleiding
E
Olieafscheider
H
Installeer de sifon bij ieder hoogteverschil van 10 m.
Een sifon is niet nodig wanneer de buitenunit hoger staat dan de
binnenunit.
Waarschuwingen voor solderen
Werk met stikstof bij het solderen.
Wanneer u soldeert zonder stikstof te vervangen of zonder
stikstof in de leiding te blazen, wordt een aanzienlijke
geoxideerde filmlaag op de binnenkant van de leidingen afgezet,
wat een nadelig effect heeft op de kleppen en de compressors in
het koelsysteem en in de weg staat van een normale werking.
Werk niet met oxidatievoorkomende producten wanneer u
leidingen soldeert. Restanten van dergelijke producten kunnen
de leidingen verstoppen of componenten slecht laten werken.
Wanneer u soldeert terwijl u stikstof in de leiding inbrengt, moet
de druk van de stikstof op 0,02 MPa staan met een reduceer-
ventiel (=net genoeg om op de huid te voelen).
1
1
Koelleiding
2
Te solderen deel
3
Tape
4
Handklep
R=0.4~0.8
5
Reduceerventiel
6
Stikstof
(Raadpleeg figuur 6)
2
3
4
6
5
6
Montagehandleiding
8