Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Componenten vacuümslanghefapparaat
Hefeenheid met bedieningseenheid
4.2 Zweeftoestand
instellen (zonder
last)
BA 30.11.02.00094
Draai-invoer (7) van het hefapparaat in een transportwagen (5) van de kraan
hangen en goed bevestigen. Transportwagen in de kraanarm (2) inbrengen.
Eindaanslag (6) aan het einde van de kraanarm aanbrengen.
Nooit zonder eindaanslag werken. Anders kan het hefapparaat omlaagvallen.
Toevoerslang aansluiten op de aansluitbuis van de draai-invoer (4) en borgen
met een slangklem.
Bij het leggen van de toevoerslang moet worden opgelet dat de slang tijdens
vacuüm ca. 10 tot 15% zal samentrekken. Daarom moet zij slap worden gelegd
met lengtecompensatie. Vrij lange, rechte stukken kunnen ook met
kunststofbuizen worden overbrugd. De totale lengte mag niet meer dan 50 m zijn.
Lange toevoerslangen reduceren het draagvermogen en de dynamiek van het
slanghefapparaat.
De zweeftoestand van het hefapparaat moet worden aangepast aan het navenante
gewicht van de grijper. Daartoe dient een klep in de bedieningseenheid.
De klep (2) kan van positie veranderd worden.
Als u de zuiggrijper op de last plaatst, wordt de klep boven de stoter volledig
geopend. Daardoor kan de last worden aangezogen en opgetild.
Handelwijze:
Aan instelschroef (1) bij de bedieningseenheid (van onderen toegankelijk)
draaien.
Draaien met de wijzers van de klok mee
Draaien tegen de wijzers van de klok in
Hoe verder de klep geopend is, des te lager zweeft het apparaat.
Bij een volledig gesloten klep vliegt het apparaat abrupt omhoog, zodra de
ventilator wordt ingeschakeld!
Stand 08.2012 / status 05
klep wordt verder geopend.
klep wordt gesloten.
pagina 10/16
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
