Beveiliging
JM-VARIO-150-E
4.13 Functionele en visuele inspectie
4.13.1 Algemeen
●
Het apparaat moet voor elk gebruik op functie en
toestand worden gecontroleerd.
●
Onderhoud, smering en het verhelpen van
storingen mogen alleen worden uitgevoerd als het
apparaat wordt uitgeschakeld!
●
In geval van gebreken die de veiligheid
beïnvloeden, mag het apparaat pas weer worden
gebruikt nadat de gebreken volledig zijn verholpen.
4.14 Controleer de veiligheidsvoorzieningen
4.14.1 Vacuüm
De hefinrichting is uitgerust met de
volgende veiligheidsvoorzieningen:
Controleer de
veiligheidsvoorzieningen:
Controleer de manometer:
Zuigslangen en
-controleer de terminals:
●
●
●
●
●
Manometer met rode gevarenzone aanduiding
•
aan het begin van elke dienst in geval van een onderbreking van de
werkzaamheden, of
●
eenmaal per week voor continu gebruik
Waarschuwingsapparaat bewaakt het bedrijfsvacuüm en de stroomuitval
●
Schakel de hefinrichting in.
●
Plaats de hefinrichting op een steenplaat of iets dergelijks en zuig de
steenplaat op.
Let op: Zuig alleen de steenplaat op, niet optillen! De steenplaat kan tijdens de
inspectie loskomen en vallen.
●
Maak bij de opbouw van het vacuüm een lek aan de afdichtingslip van de
zuigplaat.
De negatieve druk op de manometer neemt af. Wanneer de wijzer de rode
gevarenzone bereikt (- 0,42 bar)
Controleer of alle zuigslangen en slangklemmen goed vastzitten en draai ze indien
nodig vast.
Elimineer defecten voordat u het apparaat in gebruik neemt. Als er tijdens het
gebruik gebreken optreden, schakelt u het apparaat uit en verhelpt u de
gebreken.
Bij scheuren in dragende onderdelen moet het
apparaat onmiddellijk uit gebruik worden genomen.
De gebruiksaanwijzing van het apparaat moet te
allen tijde op de plaats van gebruik beschikbaar zijn.
Het aan het apparaat bevestigde typeplaatje mag
niet worden verwijderd.
Onleesbare borden moeten worden vervangen.
15 / 36