Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Componenten vacuümslanghefapparaat
Hefeenheid met bedieningseenheid
3.5 Accessoires
Stoffilter
Motorbeveiligingsschak
elaar
Slangcilinderverlenging De slangcilinderverlenging SZV is ontworpen om onderdelen uit diepe kisten, dozen,
Manometer
Beschermslang
Borgnet
4 Installatie
4.1 Handelwijze bij de
installatie
Ventilator installeren
Draairichtingcontrole
BA 30.11.02.00094
Er wordt dringend aanbevolen om een stoffilter in de zuigleiding te monteren ter
bescherming van de ventilator tegen ieder soort verontreiniging. (stof in de omgeving,
vervuild transportmateriaal)
Op montage-instructies in de bijgevoegde handleiding voor stoffilters letten!
Instructie: Zonder gebruik van een stoffilter moet de dan mogelijke uitvaloorzaak
verontreiniging worden uitgesloten uit de fabrieksgarantie.
Hiermee kan de ventilator worden in- en uitgeschakeld. Een geïntegreerde
overstroombeveiliging voorkomt beschadigingen van de ventilatormotor door te hoge
stroom.
lattenkisten enz. te halen. De slangcilinderverlenging wordt tussen de zuiggrijper en
de bedieningseenheid gemonteerd.
De manometer geeft de onderdruk bij de zuiger en daardoor de bedrijfstoestand van
het gehele apparaat aan. De manometer is op de bedieningseenheid gemonteerd.
De beschermslang dient als beschermmantel voor de hefslang.
Het borgnet dient om het hefapparaat plaatsbesparend te transporteren en op te
slaan. De lengte van de hefslang wordt hierbij tot een minimum gereduceerd.
Het vacuümslanghefapparaat mag uitsluitend door gekwalificeerd geschoold
personeel, mechanici en elektriciens worden geïnstalleerd en onderhouden.
Werkzaamheden aan de elektrische installatie mogen uitsluitend door
gediplomeerde elektriciens worden uitgevoerd.
Vacuümventilator conform afzonderlijke handleiding installeren.
Vóór inbedrijfstelling absoluut de draairichting van de ventilator conform
afzonderlijke handleiding controleren.
Bij het bevestigen van de toevoerslang erop letten dat de slang spiraalvormig
gedraaid ( minimaal 800 mm) wordt opgehangen.
Zijn aan de kraanarm opgehangen lengte moet het 1,3- tot 1,5-voudige van de
lengte van de kraanarm bedragen. De toevoerslang moet vrij hangen.
Hij mag nergens op liggen, schuren of zich kunnen vasthaken.
Stand 08.2012 / status 05
pagina 9/16
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
