Een werktuig verwijderen
1.
Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de laderarmen zakken en stel de parkeerrem in
werking (indien van toepassing).
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
3.
Druk de drukknopverbinding waarmee de
wertkuigas in de houder zit in en trek het
werktuig uit de houder.
De booreenheid gebruiken
Graven van een sleuf
Voordat u onder een voetpad of oprit boort, moet
u een ingangs- en uitgangssleuf aanbrengen aan
weerszijden van het boorgebied
•
De sleuven moeten ten minste 15 cm breed en
46 cm diep zijn.
•
De ingangssleuf moet minstens 2,13 m lang zijn
en loodrecht staan op het voetpad of de oprit.
•
De uitgangssleuf moet minstens 0,91 m tot 1,8 m
lang zijn, parallel zijn aan de oprit of het voetpad en
gecentreerd zijn ten opzichte van de ingangssleuf.
1. Ingangssleuf
2. Voetpad
(Figuur
4).
Figuur 4
3. Uitgangssleuf
Een gat boren
Belangrijk:
Boorwerkzaamheden vereisen twee
personen. Probeer nooit om dit alleen te doen.
1.
Plaats de tractie-eenheid met de aandrijfkop
naar het begin van de sleuf en laat de aandrijfkop
naar de gewenste diepte zakken.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
3.
Bevestig een stang en een boorbeitel op de
aandrijfkop.
4.
Bevestig de stanggeleider aan de stang, net
achter de boorbeitel
1. Voetpad of oprit
2. Ingangssleuf
3. Boorbeitel
5.
Laat de persoon die de boorbeitel stuurt rechts
van de sleuf plaatsnemen
de motor in, zet de pompselectieklep op
(uitsluitend tractie-eenheden van de 200- en
300-serie), stel het gas in op het midden van het
toerentalbereik, tussen de standen
, en trek de hendel van de hulphydrauliek
SNEL
naar achteren om de boorbeitel voorwaarts te
laten draaien.
g008476
6.
Verplaats de tractie-eenheid langzaam naar
voren terwijl de persoon met de stanggeleider
de boorbeitel in de grond stuurt
7.
Wanneer de boorbeitel geheel in de grond
verdwenen is, drukt u de hendel van de
hulphydrauliek in neutraal.
8.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
9.
Als de stang een te grote hoek maakt voor de
betreffende werkzaamheden, start dan de motor
en rij achteruit om de boorbeitel uit de grond te
trekken. Herhaal stap
aan.
7
(Figuur
5).
Figuur 5
4. Stang
5. Stanggeleider
(Figuur
5). Schakel
TRAAG
(Figuur
5
tot
8
en pas de hoek
g008477
TRAAG
en
5).