Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gebruik Van Effecten; Houd De 3 Function Toets Ingedrukt En Voer Dan De Onderstaande Procedure (A) Of (B) - Casio CDP-S110 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruik van effecten

Uw Digitale Piano heeft een aantal effecten waarmee de
nagalm van de noten kan worden veranderd (nagalm) en
effecten die de noten dieper en ruimtelijker maken (zweving).
C1
C2
C3
2
0
1
3
[0] (E4) t/m [4] (A}4) toetsen
[+] toets (E}4)
[–] toets (D4)
■ Toevoegen van nagalm aan de noten
1.
Houd de 3 FUNCTION toets ingedrukt en
voer dan de onderstaande procedure (A) of (B)
uit.
(A) Druk op de REVERB klaviertoets (E}5) om de
beschikbare instellingen te doorlopen.
• Bij elke druk op de toets verandert de instelling. De
pieptonen geven aan welke instelling is
geselecteerd, zoals hieronder beschreven.
1 keer lage pieptoon: Nagalm uit.
1 t/m 4 keer hoge pieptoon: Het aantal pieptonen
geeft het geselecteerde nagalmtype aan. Vier
hoge pieptonen betekent dat Virtual Hall* is
geselecteerd.
* Dit is een akoestisch effect dat het gevoel
creëert van het spelen in een klassieke
concertzaal.
• U kunt de instelling ook veranderen door op de [+]
klaviertoets (E}4) of [–] klaviertoets (D4) te
drukken.
• Om terug te keren naar de standaardinstelling
houdt u de [+] (E}4) en [–] (D4) klaviertoetsen
tegelijk ingedrukt totdat er een lange pieptoon
klinkt.
(B) Druk op de REVERB klaviertoets (E}5) en druk dan
op een klaviertoets binnen het bereik [0] (E4: UIT)
t/m [4] (A}4: Virtual Hall).
• Er klinkt een korte en dan een lange pieptoon
waarmee wordt aangegeven dat de bediening is
voltooid en dat de nagalminstelling die
overeenkomt met de toets die u heeft ingedrukt nu
geactiveerd is.
• Wanneer een klaviertoets buiten het bereik van de
insteltoetsen wordt ingedrukt, klinkt er een hoge
en dan een lage pieptoon waarmee wordt
aangegeven dat de instelling niet is veranderd.
C4
C5
C6
C7
4
REVERB toets (E}5)
CHORUS toets (E5)
2.
Laat 3 FUNCTION los.
■ Toevoegen van het zwevingseffect aan de noten
1.
Houd de 3 FUNCTION toets ingedrukt en
voer dan de onderstaande procedure (A) of (B)
uit.
(A) Druk op de CHORUS klaviertoets (E5) om de
beschikbare instellingen te doorlopen.
C8
• Bij elke druk op de toets verandert de instelling. De
pieptonen geven aan welke instelling is
geselecteerd, zoals hieronder beschreven.
1 keer lage pieptoon: Zweving uit.
1 t/m 4 keer hoge pieptoon: Het aantal pieptonen
geeft het geselecteerde zwevingstype aan.
• U kunt de instelling ook veranderen door op de [+]
klaviertoets (E}4) of [–] klaviertoets (D4) te
drukken.
• Om terug te keren naar de standaardinstelling
houdt u de [+] (E}4) en [–] (D4) klaviertoetsen
tegelijk ingedrukt totdat er een lange pieptoon
klinkt.
(B) Druk op de CHORUS klaviertoets (E5) en druk dan
op een klaviertoets binnen het bereik [0] (E4: UIT) t/m
[4] (A}4: Zweving 4).
• Er klinkt een korte en dan een lange pieptoon
waarmee wordt aangegeven dat de bediening is
voltooid en dat de zwevingsinstelling die
overeenkomt met de toets die u heeft ingedrukt nu
geactiveerd is.
• Wanneer een klaviertoets buiten het bereik van de
insteltoetsen wordt ingedrukt, klinkt er een hoge
en dan een lage pieptoon waarmee wordt
aangegeven dat de instelling niet is veranderd.
2.
Laat 3 FUNCTION los.
Gebruik van de Digitale Piano
NL-9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave