Gebruik van de Digitale Piano
Selecteren van één enkele toon
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan op
een van de toonklaviertoetsen (C3 t/m A3).
• Om bijvoorbeeld HARPSICHORD te selecteren, houdt
u 3 FUNCTION ingedrukt en drukt dan op de
HARPSICHORD klaviertoets (F{3). Er klinkt een korte
pieptoon om de instelling te bevestigen.
C1
C2
C3
2.
Laat 3 FUNCTION los.
NL-8
C4
C5
C6
C7
HARPSICHORD toets (F{3)
Twee tonen gelaagd laten klinken
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan op
de toonklaviertoets (C3 t/m A3) van de eerste
toon en daarna op die van de tweede toon die u
gelaagd wilt laten klinken.
• Om bijvoorbeeld HARPSICHORD en STRINGS
gelaagd te laten klinken, houdt u 3 FUNCTION
ingedrukt en drukt dan op de HARPSICHORD
klaviertoets (F{3) en daarna op de STRINGS
klaviertoets (G3).
• Bij het indrukken van de klaviertoets voor de eerste
C8
toon hoort u een korte pieptoon en bij het indrukken
van de klaviertoets voor de tweede toon hoort u een
korte en dan een lange pieptoon waarmee wordt
aangegeven dat de tonen waarvan u de toetsen heeft
ingedrukt gelaagd zullen klinken.
C1
C2
2.
Laat 3 FUNCTION los.
• Wanneer u nu op een enkele klaviertoets drukt,
klinken gelijktijdig de HARPSICHORD en STRINGS
tonen.
• Voer de procedure uit onder
toon" (pagina NL-8) om de functie voor gelaagde tonen uit
te schakelen. U kunt ook op 4 GRAND PIANO drukken
waardoor de toetsenbordtoon wordt overgeschakeld naar
enkel GRAND PIANO STANDARD.
C3
C4
C5
C6
HARPSICHORD toets (F{3)
STRINGS toets (G3)
"Selecteren van één enkele
C7
C8