Parkeren en manoeuvreren
Afbeelding 46 Schermweergave van de optische parkeerhulp
›
Op de toets
→
Parkeren en manoeuvreren
Beeldbeschrijving
In-/uitschakelen van de akoestische parkeerhulp
A
Uitschakelen van het optische parkeersysteem
B
Aanwijzing: Rijweg controleren!
C
D
Weergave van de gekozen rijrichting overeenkomstig de stuurhoek
Een in de gekozen rijrichting zich tot nu toe buiten de gevarenzone bevin-
E
dend obstakel wordt door het gele segment weergegeven
Een zich in de gevarenzone bevindend obstakel wordt door het rode seg-
F
ment weergegeven Niet verder rijden!
Een zone waarin zich geen obstakel bevindt wordt als transparant segment
G
weergegeven.
Een zich in de gecontroleerde zone, maar buiten de gevarenzone bevindend
H
obstakel, wordt weergegeven door het witte segment.
ParkPilot- Instelling van de parkeerhulp
■
■ Automatische inschakeling
- Activering/deactivering van de verkleinde weergave
van de parkeerhulp (bij vooruitrijden)
- Instelling van het volume van de sensoren voor
■ Volume voorin
■ Toonhoogte voorin
- Instelling van de toonhoogte van de sensoren voor
- Instelling van het volume van de sensoren achter
■ Volume achterin
- Instelling van de toonhoogte van de sensoren achter
■ Toonhoogte achterin
■ Audiovolume lager:
- Volumeverlaging
- Geen volumeverlaging
■ Uit
- Geringe volumeverlaging
■ Laag
68
Wagensystemen instellen
drukken.
- Gemiddelde volumeverlaging
■ Middel
- Sterke volumeverlaging
■ Hoog
Let op
De verkleinde weergave van de parkeerhulp wordt ook automatisch weergeven
■
bij bijvoorbeeld stop-and-go verkeer in de file als de afstand tot het obstakel ge-
vaarlijk klein wordt.
De verkleinde weergave van de parkeerhulp kan naar een volledige weergave
■
worden omgeschakeld als het beeldscherm bij de weergave wordt aangetipt.
Licht
›
Op de toets
→
drukken.
Licht
■
Lichtassistent - Instelling van de lichtassistent
- In-/uitschakelen van de werking van de grootlichtassistent
■ Light Assist
- Instelling van de gevoeligheid van de lichtsensor t.o.v. de inten-
■ Inschakeltijd:
siteit van het omgevingslicht
- Hoge gevoeligheid
■ Vroeg
- Gemiddelde gevoeligheid
■ Middel
■ Laat
- Geringe gevoeligheid
■ Automatische rijverlichting (bij regen)
lichting bij regen
■ Dagrijverlichting
- Activering/deactivering van de dagrijverlichting
- Activering/deactivering van het comfortknipperen
■ Comfortknipperen
- Instelling van het toeristisch licht
■ Reismodus:
■ Rechtsverkeer
- Voor rechtsrijdend verkeer
- Voor linksrijdend verkeer
■ Linksverkeer
Binnenverlichting - Instelling van de binnenverlichting
■
- Instelling van de helderheid van de instrumenten-/
■ Instrumenten-/schakelaarverl.
schakelaarverlichting
- Instelling van de helderheid van de verlichting van de
■ Verlichting voetenruimte
voetenruimte
■
"Coming/Leaving home"-functie - Instelling van de COMING HOME/LEAVING
HOME-functie
- Instelling van de verlichtingsduur na het verlaten van de
■ Coming-homefunctie
wagen (0-30 seconden, 0 - functie is uitgeschakeld)
- Instelling van de verlichtingsduur na het ontgrendelen
■ Leaving-homefunctie
van de wagen (0-30 seconden, 0 - functie is uitgeschakeld)
- In-/uitschakelen van de automatische rijver-