Kaartweergave; Instelling Van De Kaartweergave; Kaartbediening - Skoda Columbus Instructieboekje
Verberg thumbnails
Zie ook voor Columbus:
- Instructieboekje (51 pagina's) ,
- Instructieboekje (47 pagina's) ,
- Instructieboekje (10 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
- Wissen van de lijst met de historie van de ingevoerde plaat-
■ Historie plaatsen
sen
- Wissen van het ingestelde thuisadres
■ Thuisadres
- Wissen van het vlaggetjesreisdoel
■ Vlaggetjesreisdoelen
Kaartweergave
Inleidende informatie
›
Op
drukken.
NAV
Het laatste geopende menu in de navigatiefunctie wordt geopend.
Indien een ander menu dan het hoofdmenu
het hoofdmenu door het opnieuw drukken op
Beeldbeschrijving
Kaart
A
Verkeerstekensymbool
» pagina 49
B
Actuele wagenpositie
C
Statusregel
» pagina 47
D
Symbolen bijzondere reisdoelen
E
Instelling van de kaartweergave
›
In het hoofdmenu van de navigatiefunctie op
1)
Om de hoogte boven de zeespiegel weer te geven, moet het signaal van minimaal 5 satellieten wor-
den ontvangen en de demo-modus van de routegeleiding mag niet zijn ingesteld.
48
Navigatie
Afbeelding 26
Kaartweergave: Hoofdmenu
» Afbeelding 26
wordt geopend, kan
worden geopend.
NAV
» pagina 58
drukken.
De volgende punten worden weergegeven:
›
- 2D - Momentele wagenpositie in de 2D-kaartweergave
›
- 3D - Momentele wagenpositie in de 3D-kaartweergave
›
- 3D-kaartweergave met ruimtelijke weergave van gebouwen (topografische
kaart)
›
- Doelweergave in de kaart (wordt pas na de routeberekening weergegeven)
›
- Weergave van de overzichtskaart tot het reisdoel (na de routeberekening
wordt de route vanaf de wagenpositie tot aan het reisdoel weergegeven, de
kaartschaal wordt op de routelengte aangepast)
›
- Kaartweergave met lichte resp. donkere achtergrond
Dag/nacht
›
- In-/uitschakelen van de splitscreenweergave in de kaart
Splitscreen
49
Kaartbediening
Kaartverschuiving
De kaart kan in elke willekeurige richting worden verschoven door het beeld-
scherm met de vinger aan te raken of de vinger over het beeldscherm te bewe-
gen.
Schaalverandering
›
Met de menuknop
.
2
›
Door het beeldscherm met twee vingers aan te raken en de vingers uit elkaar of
naar elkaar toe te bewegen.
Functietoetsen en kaartweergavesymbolen
›
- Wijzing van de kaartoriëntatie - het noorden is naar de bovenzijde van het
beeldscherm gericht en de pijl
ting resp. de kaart draait en de rijrichtingspijl
het beeldscherm. De functie is alleen in de 2D-kaartweergave beschikbaar. In de
3D-kaartweergave wijst de rijrichtingspijl
scherm (indien de kaartschaal groter is dan 100 km wordt de kaart naar het
noorden uitgericht).
›
- Door aantippen wordt de kaart op de wagenpositie uitgericht (de functie-
toets verschijnt bijvoorbeeld bij het verschuiven van de kaart)
›
- De onder het symbool vermelde waarde geeft de hoogte boven de zeespie-
gel aan
1)
›
- Door aantippen wordt de kaartschaal gedurende enkele seconden verkleind
en vervolgens weer hersteld
» Afbeelding 26
op pagina 48 wijst in rijrich-
C
wijst naar de bovenzijde van
C
naar de bovenzijde van het beeld-
C
» pagina
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
