Lynx Smart BMS
VictronConnect-instelling Lynx Smart BMS
6.3.4. Instellingen accumonitor
Dit hoofdstuk legt alle accumonitor instellingen uit. Daarnaast is er ook een video beschikbaar waarin deze instellingen worden
uitgelegd en hoe ze met elkaar omgaan voor het bereiken van nauwkeurige accumonitoring voor zowel loodzuur- als
lithiumaccu's.
https://www.youtube.com/embed/mEN15Z_S4kE
Speciale opmerking over de instellingen van de Lynx Smart BMS-accubewaker
In tegenstelling tot andere accubewakers, zijn de instellingen van de Lynx Smart BMS-accubewaker meestal vaste instellingen en
kunnen ze niet worden aangepast. De reden hiervoor is dat de Lynx Smart BMS altijd gebruikt wordt in combinatie met Victron
Energy Smart-lithiumaccu's en er dus veel accubewakingsparameters bekend zijn, omdat ze betrekking hebben op dat accutype.
Om een overzicht te geven van de status van elke accu-instelling:
Deze accubewakerinstellingen zijn aanpasbaar:
• Accucapaciteit: standaard ingesteld op 200 Ah, moet ingesteld worden tijdens eerste installatie.
• Geladen voltage: standaard ingesteld op 14,0 V (12 V-systeem), 28,0 V (24 V-systeem) en 56,0 V (48 V-systeem).
• Staarstroom: standaard ingesteld op 4 % (als fractie van de accucapaciteit).
• Geladen detectietijd: standaard ingesteld op 3 minuten.
Deze accubewakerinstellingen zijn automatisch instellingen:
• Nulstroomkalibratie: Wordt elke keer automatisch gedaan bij het opstarten.
Deze accubewakerinstellingen zijn vaste instellingen:
• Peukert-exponent: 1,05
• Laadefficiëntiefactor: 99 %
• Stroomdrempel: 0,1 A
• Ontladingslimiet: 15 %
• Delta-T: 1
• SOC-cyclus einde: 90 %
• SoC-cyclus: 65 %
• SoC volledige ontlading: 5 %
De betekenis van elke parameter van de accumonitor wordt uitgelegd in het volgende hoofdstuk.
Accucapaciteit
Deze parameter wordt gebruikt om de accumonitor te vertellen hoe groot de accu is. Deze instellingen had al gedaan moeten zijn
tijdens de initiële installatie.
De instelling van de accucapaciteit wordt uitgedrukt in ampère-uur (Ah).
Pagina 21
Installatie