4 mm
ONDERHOUD VAN DE ZAAGKETTING
Gebruik nooit een kettingzaag met een botte of
beschadigde ketting. Als overmatige druk nodig is om
te zagen of als bij zagen zaagsel wordt geproduceerd
in plaats van houtspaanders, moeten de zaagtanden
worden gecontroleerd op beschadiging. Bij het slijpen
van de ketting is het de bedoeling dezelfde hoeken en
profielen te verkrijgen die de ketting had toen deze
nieuw was.
Controleer telkens wanneer u de kettingzaag bijvult
met brandstof, de ketting op beschadiging of slijtage.
Als de lengte van de zaagtanden nog maar 4 mm
bedraagt, moet de ketting worden vervangen.
3
30°
2
1. Vergrendel de ketting: druk de handbescherming
naar voren.
Trek de handbescherming tegen de voorste
handgreep om de ketting rond te draaien.
2. De ketting bevat om-en-om zaagtanden links en
rechts. Slijp altijd vanuit de binnenzijde.
3. Houd de hoeklijnen van de vijlhouder parallel aan
de lijn van de ketting en vijl de tand terug tot het
beschadigde gedeelte (zijplaat en bovenplaat)
verwijderd is.
4. Houd de vijl horizontaal.
5. Slijp de meest beschadigde zaagtand eerst en zorg
vervolgens dat alle overige tanden dezelfde lengte
krijgen.
1
1. De diepte bepaalt de dikte van de houtspaanders
die worden geproduceerd, en deze dikte moet
gedurende de volledige levensduur van de ketting
gehandhaafd blijven.
2. Als de lengte van de zaagtanden minder wordt,
verandert de hoogte van de diepteregeling en
moet deze worden verlaagd.
3. Plaats de dieptemeter, en vijl uitstekende
gedeelten van de diepteregeling weg.
4. Rond de voorzijde van de diepteregeling af om
gemakkelijk te kunnen zagen.
(VOORZORGSMAATREGEL)
De volgende defecten zorgen voor een aanzienlijk
grotere kans op terugslag.
1) Hoek van de bovenplaat te groot
2) Hoek van de zijplaat te klein
3) Vijldiameter te klein
4) Dieptemeter te groot
0,64 mm
4
90°
3
4
A
B
C
• Slijpen
Om de ketting op de juiste wijze te kunnen vijlen,
hebt u het volgende nodig: ronde vijl en vijlhouder
(A), platte vijl (B) en een instrument op de diepte te
meten (C).
Met een vijl van het juiste formaat (ronde vijl van
4,0 mm) en een vijlhouder, verkrijgt u
gemakkelijker een goed resultaat.
Neem contact op met uw Shindaiwa-dealer voor de
juiste slijpgereedschappen en maten.
WAARSCHUWING
SCHAKEL DE MOTOR UIT VOORDAT DE KETTING
WORDT GESLEPEN.
DRAAG ALTIJD HANDSCHOENEN BIJ WERK-
ZAAMHEDEN AAN DE KETTING.
A
B
80°
30°
• Hieronder ziet u correct geslepen zaagtanden.
A: Hoek bovenplaat 30°
B: Hoek zijplaat 80°
C: Zaaghoek bovenplaat 60°
D: Dieptemeter 0,64 mm
OPMERKING
Deze hoeken worden Oregon 91VG genoemd.
Houdt u aan de instructies van de fabrikant in het
geval van een zaagketting van een ander merk.
• Met de aandrijfschakels wordt zaagsel verwijderd
uit de groef van het geleideblad. Houd daarom de
onderrand van de aandrijfschakels scherp (zie bij 5).
− Drenk de ketting na het slijpen in olie en spoel
alle vijlsel weg voordat de ketting weer wordt
gebruikt.
− Als de ketting is geslepen op het blad, moet die
worden voorzien van voldoende olie. Draai de
ketting langzaam rond om alle vijlsel weg te
spoelen voordat de ketting weer wordt gebruikt.
− Als de kettingzaag wordt gebruikt met vijlsel in de
groef, kunnen de zaagketting en het geleideblad
beschadigd raken.
− Als de zaagketting bijvoorbeeld is vervuild met
hars, moet de ketting wordt gereinigd met
kerosine en vervolgens in olie gedrenkt.
23
1/5
GEVAAR
C
D
0,64 mm
60°
Parallel
5