Figuur 48
Rechterkant van machine
1. Filter van de transmissieolie
1.
Schroef de bodem van het filterhuis los en
verwijder deze.
2.
Haal het filterelement eruit en gooi dit weg.
3.
Plaats een nieuw filterelement (onderdeel
924709).
4.
Monteer de behuizing.
Uitlijning van de
achterwielen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 500 bedrijfsuren
Om te voorkomen dat de banden overmatig slijten en
ervoor te zorgen dat de machine veilig kan worden
gebruikt, moeten de achterwielen correct worden
uitgelijnd en een toespoor van 3 - 8 mm hebben.
Zet de achterwielen recht naar voren. Meet en
vergelijk de afstand tussen de voorkant van de
wangen van de banden en de achterkant van de
wangen van de banden ter hoogte van het midden
van het wiel. De afstand tussen de voorkant van de
wangen moet 3-8 mm minder zijn dan de afstand
tussen de achterkant van de wangen.
1. Hoogte van het midden
van het wiel
2. Wiel
Om de achterwielen uit te lijnen, moet u eerst de
linker- en de rechterborgmoer op de spoorstang
losdraaien. (De linkerborgmoer heeft linksdraaiende
schroefdraad). Draai aan de spoorstang om de
correcte afstand te verkrijgen zoals hierboven is
g018091
aangegeven en draai de borgmoeren stevig vast.
De transmissieregelkabel
en het bedieningsmecha-
nisme controleren
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsuren
Controleer de conditie en de bescherming van de
kabel en het bedieningsmechanisme bij de rijpedalen
en de uiteinden van de transmissiepomp.
•
Verwijder aangekoekt vuil, gruis en andere
aanslag.
•
Zorg ervoor dat de kogelverbindingen stevig
vastzitten en controleer of de bevestigingsbeugels
en kabelgeleiders goed zijn bevestigd en geen
scheuren vertonen.
•
Controleer de eindsluitingen op slijtage, corrosie of
kapotte veren en vervang deze indien dit nodig is.
•
Controleer of de rubberen afdichtingen correct op
hun plaats zitten en in goede staat verkeren.
•
Controleer of de scharnierende moffen die
de binnenkabel ondersteunen, in goede staat
verkeren en stevig vastzitten aan de buitenkabel
bij de krimpverbindingen. Indien ze beginnen te
scheuren of los te raken, moet u direct een nieuwe
kabel monteren.
•
Controleer of de moffen, de stangen en de
binnenkabel zijn verbogen, geknikt of op een
andere manier zijn beschadigd. Als u schade ziet,
monteer dan meteen een nieuwe kabel.
•
Zet de motor af, beweeg de pedalen door hun hele
bereik en controleer of het mechanisme soepel en
41
Figuur 49
3. Richting vooruit rijden
4. Spoorstang
g014442