INSTALLATIE
Algemeen
De installatie moet volgens deze instructies en
door hiervoor aangewezen, kundig en bevoegd
personeel worden uitgevoerd.
1. Alvorens te beginnen dient u te controleren
of de installatievoorwaarden overeenkomen
met de informatie aangegeven onder:
'Specificaties'. Voor type 2 en type 3
kranen verwijzen wij u tevens naar de
installatievoorwaarden in: 'Type 2 en type 3
kranen'.
2. De mengkraan moet tijdens gebruik en
onderhoud gemakkelijk bereikbaar zijn.
Alle routine onderhoudswerkzaamheden
kunnen met de mengkraan in-situ worden
uitgevoerd (behalve voor toegang tot de filter
en terugslagklep bij dk en oem uitvoeringen).
Zorg er bij alle uitvoeringen voor dat u vóór de
temperatuurregelaar een ruimte van minimaal
80 mm overlaat zodat het thermostatisch
patroon tijdens onderhoudswerkzaamheden
verwijderd kan worden
3. Voor onderhoudsdoeleinden moeten gunstig
gelegen 'volle doorlaat' isolerende afsluiters
aanwezig zijn.
4. Het gebruik van toevoerleiding- of zonefilters
vermindert de noodzakelijkheid om vuil
op elk mengkraanpunt te verwijderen. De
aanbevolen maximale zeefafmeting voor
dergelijke filters is 0,3 mm.
5. Inlaatdruk aftakkingen die het meten van
de inlaatdruk naar de mengkraan mogelijk
maken onder gebruiksomstandigheden, zijn
bijzonder geschikt voor toepassingen in de
gezondheidszorg met type 3 kranen.
6. Het leidingwerk moet goed ondersteund
worden.
7. Bepaalde soorten systemen kunnen resulteren
in lange, ongebruikte stukken leidingwerk, of
extra toevoer van koud water bij het gemengde
water van de thermostatische mengkraan.
Dergelijke systemen kunnen het begin van
een defect van de thermostatische mengkraan
verbloemen en mogen niet worden gebruikt
8. Het aanleggen van de aanvoerleidingen dient
op zodanige manier te worden uitgevoerd
dat het effect van het gebruik van andere
appendages op de dynamische drukken bij
de mengkraaninlaten minimaal is.
9. De schroefverbindingen op de in- en uitlaat
moeten met PTFE-tape of met afsluitvloeistof
worden gemaakt. Gebruik geen op olie
gebaseerde, niet-zettende verbindingen.
10. Teneinde installatievuil in de leidingen
te verwijderen is het belangrijk dat de
aanvoerleidingen goed worden doorgespoeld
voordat deze aan de mengkraan worden
aangesloten.
Uitlaat positie/Omgekeerde inlaten
Alleen voor Rada 215-t3 oem, 215 dk, 215-t3
dk, 222 dk en 222-t3 dk uitvoeringen:
Deze uitvoeringen zijn gemakkelijk aan te passen
voor stijgend of dalend leidingwerk; vlakke
union-aansluitingen (niet geleverd voor alle
uitvoeringen) maken het mogelijk dat de kraan
een verscheidenheid aan leidingconfiguraties
accepteert, en kan worden omgekeerd of
ingetrokken, naargelang het geval.
Alleen 215-t3 c en 215-t3 zc uitvoeringen:
Deze uitvoeringen worden geleverd met als
standaard aansluitingen warm-links, koud-
rechts, en bovenuitlaat. Het is belangrijk dat
de inlaten overeenkomen met de markeringen
op het thermostatische patroon. Als het reeds
aanwezige warm- en koud leidingwerk deze
configuratie lastig maakt, of als een bodemuitlaat
positie nodig is, dan kunnen de inlaten of de
uitlaat van de kraan worden omgedraaid, zoals
hieronder gespecificeerd. Als zowel de uitlaat als
de inlaatposities moeten worden omgekeerd, is
het makkelijker om de volledige mengkraan 180°
te draaien en vervolgens de temperatuurknop of
kap te verplaatsen.
Het omkeren van de uitlaat moet vóór de
installatie van de mengkraan worden gedaan.
Draai de kraan 180°, zodat de uitlaat zich in de
tegenovergestelde richting bevindt, volg dan de
procedure voor het omkeren van het patroon.
Omgedraaide aansluitingen kunnen voor of
na de installatie van de mengkraan worden
gewijzigd.
Het omkeren van het patroon
1. Als de mengkraan al is geïnstalleerd, isoleer
de inlaten en open een uitlaatfitting om de druk
eraf te halen en de afvoer van resterend water
te stimuleren.
2. Verwijder de temperatuurknop of de
vergrendelkap, met behulp van een 3 mm
inbussleutel. Opmerking! Verwijder in geen
geval de temperatuur naaf.
3. Draai met de verwijderingklem op zijn plaats,
de kopmoer met behulp van een 35 mm
steeksleutel, hierdoor zal het thermostatische
patroon uit de behuizing worden getrokken
8