monteer de vlakke inzetstukken, druk ze
stevig aan (zie afbeelding).
7. Zorg ervoor dat de warme en koude
toevoerleidingen zijn aangesloten op de juiste
inlaten, en dat alle aansluitingen waterdicht
zijn.
8. Zie hoofdstuk: 'Inbedrijfstelling'.
BEDIENING
Voor instelbare temperatuur uitvoeringen:
aanpassing van de mengtemperatuur van het
vooraf ingestelde maximum koude toevoer wordt
bereikt door de temperatuurknop met de klok
mee te draaien.
Voor vergrendelde temperatuur uitvoeringen is
geen gebruiker aanpassing bedoeld.
De stroom wordt via (een) aparte uitlaatklep(pen)
geregeld, zie hoofdstuk: 'Specificaties'.
Warm
Alleen instelbare temperatuur uitvoeringen
19
Koud