3. Schroef de twee achterplaatschroeven los en
verwijder de achterplaat van de mengkraan.
4. Draai met behulp van een 10 mm inbussleutel
de integrale afsluiters 90° tegen de klok in
om de watervoorziening naar de kraan af te
sluiten en open een uitlaatfitting om de druk te
verminderen en om het aflopen van resterend
water te vergemakkelijken.
5. Draai met de verwijderingklem op zijn plaats,
de kopmoer los met behulp van een 35 mm
steeksleutel, hierdoor zal het thermostatische
patroon uit de behuizing worden getrokken.
6. Verwijder het thermostatische patroon van de
behuizing van de kraan.
Let op! Er kan wat resterend water vrijkomen.
7. Draai het thermostatische patroon 180°,
waardoor de positie van de warme- en koude
inlaten van het patroon worden omgekeerd.
8. Plaats het thermostatische patroon voorzichtig
terug in de behuizing van de kraan, controleer
of de twee inlaatafdichtingen van het patroon
op hun plaats blijven, en breng de nokken in
het patroon op één lijn met de gleuven van de
behuizing.
Belangrijk! Zorg ervoor dat de rode en blauwe
markeringen op het patroon overeenkomen
met de warme en koude inlaten van het
leidingwerk.
Opmerking! De rode en blauwe markeringen
op het patroon komen nu niet overeen met de
markeringen op de behuizing; om toekomstige
verwarring te voorkomen, verwijdert u de rode
en blauwe stickers van de behuizing van de
kraan.
9. Lijn zorgvuldig uit en draai de kopmoer aan, niet
te strak aandraaien (max. aandraaimoment 2,5
N/m - 1,85 lbf ft).
10. Voltooi de installatie, of, indien de behuizing
van de mengkraan al geïnstalleerd is, ga
verder met instructies 11 tot 15.
11. Draai de integrale afsluiters 90° met de klok
mee om de watervoorziening naar de kraan
te openen.
Integrale afsluiter (weergegeven
in de "geopende" stand)
12. Lijn de sleuven in de 'zwarte' knophouder uit
met de nokken op de bovenkant van de 'witte'
naaf en maak de achterplaat vast aan de
mengkraan met de twee achterplaatschroeven.
Lijn de naaf
met de sleuven
uit op de
achterplaat
13. De maximum temperatuur moet mogelijk
opnieuw worden ingesteld, controleer dit
en, indien nodig, raadpleeg hoofdstuk:
'Inbedrijfstelling'.
14. Bevestig de afdekplaat aan de achterplaat met
de uitsparing aan de onderzijde.
15. Bevestig de temperatuurknop zodat de
markeringen zichtbaar zijn voor de gebruiker.
Temperatuurknop
10
'Witte' naaftop
Achterplaat
Achterplaat-
schroeven
Borgschroef
Aftapplug