INBEDRIJFSTELLING
Installatie moet volgens deze instructies en door
hiervoor aangewezen, bekwaam en bevoegd
personeel worden uitgevoerd.
Het gebruik van de thermostaat
T h e r m o s t a t i s c h e m e n g k r a n e n m e t w a s
thermostaten zijn geneigd hun reactievermogen
te verliezen indien ze niet gebruikt worden.
Afsluiters die zijn opslagen, geïnstalleerd zijn
maar niet in bedrijf gesteld, of gewoon enige tijd
niet gebruikt zijn, moeten worden gebruikt vóór
het instellen van de maximale temperatuur of het
uitvoeren van tests.
Een eenvoudige manier om ze te gebruiken is:
(a) Zorg ervoor dat warm en koud water
beschikbaar is bij de kraaninlaten, en dat
de uitlaat open is.
(b) Verplaats de temperatuurregelaar snel
een paar keer van koud naar warm en
weer terug naar koud, pauzeer bij elk
uiterste.
Maximale temperatuur
Opmerking! Voor type 2 of type 3 installaties
voor de gezondheidszorg, wordt de maximale
mengtemperatuur bepaald door de toepassing,
zie hoofdstuk: 'Type 2 and type 3 kranen,
toepassing'.
De maximale mengtemperatuur die voor de
gebruiker verkrijgbaar is, moet worden beperkt
om onbedoelde selectie van een te warme
temperatuur te voorkomen.
Alle Rada thermostatische mengkranen zijn
uitvoerig op prestaties getest en de maximale
temperatuur is vooraf ingesteld op ongeveer
41°C (222-uitvoeringen - 44°C) onder ideale
installatieomstandigheden in de fabriek.
Omstandigheden ter plaatse en persoonlijke
voorkeur kunnen ervoor zorgen dat de
maximale temperatuur opnieuw moet worden
ingesteld na de installatie.
Deze mengkraan is voorzien van twee
mogelijkheden om de temperatuur in te
stellen, een draaiknop waarmee de gebruiker
de mengtemperatuur tussen een koude
omgevingstemperatuur en een vooraf ingesteld
maximum kan selecteren, of er kan, indien
gewenst, een vergrendelkap gemonteerd
worden, zodat een gebruiker de temperatuur
niet aan kan passen.
Maximale temperatuurinstelling
Zorg voor voldoende toevoer van warm water op
de warmwaterinlaat van de mengkraan.
De minimale temperatuur van het warme water
moet ten minste 12°C boven de gewenste
mengtemperatuur zijn, maar tijdens het opnieuw
instellen moet deze dicht bij het algemene
opslag maximum liggen om de mogelijkheid
van een mengverandering door schommelende
aanvoertemperaturen te compenseren.
Controleer of beide inlaat afsluitkleppen volledig
open zijn en de inlaatfilters schoon zijn.
Temperaturen moeten altijd worden opgenomen
met behulp van een thermometer met bewezen
nauwkeurigheid.
Alle uitvoeringen behalve Rada 215-t3 bc:
1. Verwijder de temperatuurknop en indicatiering
of de vergrendelkap, met behulp van een 3 mm
inbussleutel.
2. Verwijder de temperatuur naaf.
3. Draai de spindel totdat de vereiste maximale
mengtemperatuur op het uitlaatpunt wordt
verkregen (met de wijzers van de klok mee
= temperatuur verlagen).
In het geval van weerstand mag de spindel
niet worden geforceerd, omdat dit tot
beschadiging van de inwendige onderdelen
kan leiden.
4. N a d a t u d e g e w e n s t e m a x i m a l e
mengtemperatuur heeft verkregen, kunt u de
naaf terugplaatsen zonder de spindel verder
te verdraaien.
Voor een instelbare temperatuur plaats de
naaf op zodanige wijze dat de nok tegen de
blokkernok op het patroon komt, waardoor
eventuele verdere rotatie tegen de klok in
wordt voorkomen wanneer de maximale
temperatuur stop bereikt is.
Voor een vergrendelde temperatuur plaats
de naaf op zodanige wijze dat de nok tegen
de blokkernok op het patroon komt, waardoor
eventuele verdere rotatie wordt voorkomen.
20