10.3 Afmetingen, ALPHA1 L 25-65
ALPHA1 L 25-65
Pomptype
L
ALPHA1 L 25-65
130
11. Capaciteitscurven
11.1 Richtlijnen voor capaciteitscurven
Elke pomp heeft zijn eigen capaciteitscurve.
Een vermogenscurve, P1, behoort bij elke capaciteitscurve. De
vermogenscurve toont het stroomverbruik van de pomp in watt bij
een gegeven capaciteit.
11.2 Curvecondities
De onderstaande richtlijnen gelden voor de capaciteitscurven op de
volgende pagina's:
•
Testvloeistof: water zonder lucht.
•
De curven zijn van toepassing op een dichtheid van ρ = 983,2
3
kg/m
en een vloeistoftemperatuur van 60 °C.
•
Alle curven laten gemiddelde waarden zien en moeten niet
beschouwd worden als gegarandeerde curven. Als een
specifieke minimale capaciteit vereist is, dan moeten er
afzonderlijke metingen worden gedaan.
•
De curven zijn van toepassing op een kinematische viscositeit
2
van υ = 0,474 mm
/s (0,474 cSt).
•
De EEI-waarden verkregen volgens EN 16297 deel 3.
364
B3
B4
B1
B2
G
L3
L4
B1
B2
89
45
54
54
H4
H1
H2
H3
Afmetingen [mm]
B3
B4
H1
72
47
25
H2
H3
H4
G
102
47
149
G 1 1/2