4. Het product in bedrijf nemen
4.1 Voor de start
Schakel de pomp pas in wanneer het systeem met vloeistof is
gevuld en volledig is ontlucht. Zorg ervoor dat de minimale voordruk
voldoende is voor de pompingang. Zie paragraaf Technische
specificaties. Als de pomp voor het eerst wordt gebruikt, moet het
systeem worden ontlucht. Zie paragraaf De pomp ontluchten. De
pomp wordt automatisch ontlucht via het systeem.
Gerelateerde informatie
4.3 De pomp ontluchten
10. Technische specificaties
4.2 De pomp in bedrijf nemen
Stap Actie
Open de in- en uit-
1
laatkleppen.
Schakel de elektrici-
2
teitstoevoer in.
De lampjes op het
bedieningspaneel
geven aan dat de
3
voedingsspanning is
ingeschakeld en dat
de pomp werkt.
350
Afbeelding
1/On
0/Off
4.3 De pomp ontluchten
De pomp ontluchten
Pos.
Beschrijving
M
Minimaal 30 min
Kleine luchtbellen binnen in de pomp kunnen lawaai veroorzaken bij
het opstarten van de pomp. Aangezien de pomp echter automatisch
wordt ontlucht door het systeem, houdt het lawaai na enige tijd op.
U kunt als volgt het ontluchtingsproces versnellen:
1. Stel de pomp in op toerental III met de knop op het
bedieningspaneel.
2. Laat de pomp minimaal 30 minuten lang werken. Hoe snel de
pomp wordt ontlucht is afhankelijk van de systeemgrootte en het
ontwerp.
Wanneer de pomp ontlucht is, en het eventuele geluid is
verdwenen, stelt u de pomp in volgens de aanbevelingen. Zie
paragraaf Regelmodi.
De pomp mag niet drooglopen.
De pomp is in de fabriek ingesteld op de stand voor radia-
torverwarming.
Gerelateerde informatie
6.2 Regelmodi
5. Productintroductie
5.1 Productbeschrijving
ALPHA1 L kan worden gebruikt als zelfstandige pomp of als
ingebouwde circulatiepomp in bestaande systemen als vervanging
of in nieuwe systemen met variabel of constant debiet.
De pomp regelt automatisch het drukverschil door de
pompcapaciteit aan te passen aan de actuele warmtevraag zonder
het gebruik van externe componenten, waarbij wordt voorkomen
dat:
•
te hoog energieverbruik
•
onregelmatige controle van het systeem
•
lawaai in thermostaatkranen en vergelijkbare hulpstukken.
Het toerental kan worden geregeld via een PWM-
laagspanningssignaal (pulsbreedtemodulatie).
M