Diverse instellingen wijzigen
Het geluid aanpassen om de
gewenste toonkwaliteit te
verkrijgen (Equalizer)
De RG-1 heeft een ingebouwde, vierbands digitale equalizer.
U kunt tevens maximaal vier sets met equalizerinstellingen
opslaan, die elk door u gekozen instellingen bevatten, zodat
u de gewenste toonkwaliteit behaalt.
Een equalizer versterkt of vermindert bepaalde toonhoogtes
in het geluid (frequentiegebieden) om zo de geluidsbalans
aan te passen.
U kunt bijvoorbeeld de hoge tonen versterken, zodat u een
scherper geluid krijgt of de lage tonen versterken, zodat het
geluid krachtiger wordt.
U kunt ook het geluid aanpassen om zo de akoestische
kenmerken van de uitvoeringsruimte aan te passen.
Als het verhogen van de waarden van afzonderlijke
frequenties het geluid vervormt, kunt u dergelijke
vervorming met behulp van de 'Master Gain' (zie hieronder)
regelen.
→ U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze
instellingen op de RG-1 op te slaan (p. 71).
1.
Druk op de [Function] (Exit) knop, zodat de
indicator oplicht.
2.
Druk op de [Song] (Select -) knop of de [
(Select +) knop om het EQUALIZER venster weer
te geven.
3.
Druk op de [
] (Value -) knop of de [
(Value +) knop om het EQ setnummer te
selecteren.
Als u een andere waarde selecteert dan 'Off', gaat de
indicator van de [Enter] knop knipperen.
Waarde
Off, Set1–Set4
4.
Druk op de [Enter] knop.
Het instellingenvenster van de equalizer verschijnt.
68
5.
Druk op de [Song] (Select -) knop of de [
(Select +) knop om ervoor te zorgen dat de waarde
van de te wijzigen parameter gaat knipperen.
6.
Druk op de [
(Value +) knop om de waarde te wijzigen.
7.
Druk op de [Function] (Exit) knop, zodat de
indicator uit gaat.
Parameter
Low Gain
Low Freq
Lo Mid Gain -12–+12 dB
Lo Mid Freq
Lo Mid Q
]
Hi Mid Gain -12–+12 dB
Hi Mid Freq
]
Hi Mid Q
Hi Gain
Hi Freq
Master Gain -12–+12 dB
] (Value -) knop of de [
Waarde
Omschrijving
Past het niveau van het lage fre-
-12–+12 dB
quentiegebied aan.
Frequentiepunt in het lage fre-
quentiegebied.
100–1.0 k
Over het algemeen wijzigt u hi-
(Hz)
ermee het niveau van en onder
deze frequentie.
Past het niveau van het lage fre-
quentiegebied tot het midden
frequentiegebied aan.
Frequentiepunt in het lage fre-
quentiegebied tot het mid-
dengebied.
16 –16.0 k
Hiermee wijzigt u het niveau
(Hz)
van de aangegeven band-
breedte, die zich op het midden
van deze frequentie bevindt.
Wijzigt de bandbreedte van het
lage frequentiegebied tot het
middengebied.
0.5, 1.0, 2.0,
De bandbreedte, die door de
4.0, 8.0
regelaars wordt beïnvloed,
wordt smaller, naarmate de
waarde wordt verhoogd.
Past het niveau van het midden
tot hoge frequentiegebied aan.
Frequentiepunt in het mid-
dengebied tot het hoge frequen-
tiegebied.
16 –16.0 k
Hiermee wijzigt u het niveau
(Hz)
van de aangegeven band-
breedte, die zich op het midden
van deze frequentie bevindt.
Wijzigt de bandbreedte van het
middengebied tot het hoge fre-
quentiegebied.
0.5, 1.0, 2.0,
De bandbreedte, die door de
4.0, 8.0
regelaars wordt beïnvloed,
wordt smaller, naarmate de
waarde wordt verhoogd.
Past het niveau van het hoge fre-
-12–+12 dB
quentiegebied aan.
Frequentiepunt in het hoge fre-
quentiegebied.
1.25 k–16.0 k
Over het algemeen wijzigt u hi-
(Hz)
ermee het niveau van en boven
deze frequentie.
Door het niveau te verlagen
kunt u de vervorming in het ge-
luid verminderen.
Als u het niveau te hoog instelt,
kan het geluid eventueel ver-
vormd raken.
]
]