Inhoudsopgave
Advertenties
Gedetailleerde instellingen
maken
Met behulp van een brede variatie aan instellingen wordt het
instrument nog gemakkelijker te gebruiken.
Het venster waarin de instellingen worden gewijzigd wordt
het 'Function' venster genoemd.
U kunt de onderstaande instellingen maken.
Instelling
De velocity wijzigen, als Key Touch op 'Fix' is in-
gesteld
Het geluid aanpassen om zo de gewenste
toonkwaliteit te verkrijgen (Equalizer)
Aangeven waarop de transpositie van invloed is
(Transpose Mode)
Functies aan pedalen toewijzen
De afspeelmethode voor songs wijzigen (Play
Mode)
Wijzigen, welke parts tijdens SMF weergave aan
het spoor zijn toegewezen (Track Assign)
De instellingen, zelfs na het uitzetten van het appa-
raat, onthouden (Memory Backup)
Infrarood transmissies in en uitschakelen (Infrared
Function)
De weergave instellen, nadat de song is verzonden
(Infrared Playback)
De V-LINK functie gebruiken
Instellingen voor het MIDI transmissiekanaal
Voorkomen, dat noten dubbel worden gespeeld,
wanneer het apparaat op een sequencer is
aangesloten (Local Control)
Opgenomen uitvoeringsgegevens naar een MIDI
apparaat verzenden (Composer MIDI Out)
Instellingen voor de USB driver maken
De communicatie instellingen voor USB geheugens
wijzigen (External Memory Mode)
De onhoorbaar gemaakte wijzigen (Accompani-
ment Track Assign)
De VIMA CD-ROM aanbevolen tonen in/
uitschakelen
Het gebruikergeheugen, USB geheugen en floppy-
disks initialiseren
De fabrieksinstellingen herstellen (Factory Reset)
De velocity wijzigen als Key Touch
op 'Fix' is ingesteld
Als u de aanslaggevoeligheid van het keyboard (Key Touch:
p. 34) op 'Fix' instelt, klinken alle noten op dezelfde
geluidssterkte, ongeacht hoe krachtig u het keyboard
bespeelt. De hieronder beschreven instelling bepaalt in dit
geval het volume.
* Het instellingenvenster wordt alleen weergegeven als Key
Touch op 'Fix' is ingesteld.
→ U kunt de Memory Backup functie gebruiken om deze
pag.
instellingen op de RG-1 op te slaan (p. 71).
p. 67
1.
Druk op de [Function] (Exit) knop, zodat de
p. 68
indicator oplicht.
p. 69
2.
Druk op de [Song] (Select -) knop of de [
(Select +) knop om in het KEYBOARD venster
p. 69
'Fixed Velocity' te selecteren.
p. 70
p. 70
p. 71
3.
Druk op de [
p. 71
(Value +) knop om de geluidssterkte van het
geluid in te stellen.
p. 72
Waarde
0–127
p. 73
p. 73
4.
Druk op de [Function] (Exit) knop, zodat de
indicator uit gaat.
p. 74
p. 75
p. 75
p. 76
p. 76
p. 77
p. 77
p. 78
Diverse instellingen wijzigen
] (Value -) knop of de [
]
]
67
Advertenties
Inhoudsopgave
