Paneelbeschrijvingen
Voorpaneel
fig.00-010
1
2
1
[Power] schakelaar
Zet de stroom aan/uit (p. 16).
2
[Volume] knop
Past het algehele volumeniveau aan (p.16).
3
[Brilliance] knop
Past de helderheid van het geluid aan (p.16).
4
Tone knoppen
Deze worden gebruikt om het soort geluiden (Tone
groepen), die door het toetsenbord worden gespeeld, te
kiezen (p.21).
[Piano 1] knop
[Piano 2] knop
[Harpsichord] knop
[Vibraphone] knop
[E.Piano] knop
5
Beeldscherm
Namen van geluiden en songs, en de waardes van
verschillende instellingen worden hier getoond (p.20).
6
[Function] (Exit) knop
Dit schakelt de RG-1 naar het Function scherm (p.20).
In het Function scherm kunnen verscheidene
instellingen gemaakt worden, waaronder instellingen
voor de Master stemming en andere stemmingen.
7
[Song (Select -) knop
Dit geeft het Song Select scherm (p.20) weer., terwijl het
Song Select scherm wordt weergegeven wordt het song
genre elke keer dat deze knop wordt ingedrukt
veranderd (p.43).
Als het Function scherm wordt weergegeven, wordt
deze knop gebruikt om het onderdeel te selecteren
waarvoor instellingen gemaakt moeten worden.
12
3
4
12
5
6
7 8 9 10 11
8
[
] (Select +) knop
Druk op deze knop, terwijl het Song Select scherm
wordt weergegeven om de vorige song te selecteren
(p.44, p.46, p.47).
Als het Function scherm wordt weergegeven, wordt
deze knop gebruikt om het onderdeel, waarvoor
instellingen worden gemaakt, te selecteren.
9
[
] (Value -) knop
Druk op deze knop, terwijl het Song Select wordt
weergegeven om het afspelen van de song te starten en
stoppen (p.44, p.46, p.47).
Druk op deze knop, terwijl het Function scherm wordt
weergegeven om de waarde van een instelling te
veranderen (p.67).
10 [
] Value +) knop
Druk op deze knop, terwijl het Song Select wordt
weergegeven om de volgende song te selecteren (p.44,
p.46, p.47).
Druk op deze knop, terwijl het Function scherm wordt
weergegeven om de waarde van een instelling te
veranderen (p.67).
11 [Enter] knop
Druk op deze knop, terwijl het Function scherm
geopend is om meer gedetailleerde instellingen te
maken.
12 Infrarood ontvanger
Wanneer de infrarood transmissie optie wordt
gebruikt, richt u hier de infrarood poort van het
verzendende apparaat op (p.71).